3
Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omlaag en kies de
foto's die worden gebruikt voor het maken van de compositie-
foto.
Optie
Optie
FOCUS SELECTEREN
FOCUS SELECTEREN
AUTO
AUTO
BEREIK SELECTEREN
BEREIK SELECTEREN
O
Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken; als er geen statief be-
schikbaar is, houdt u de camera stabiel tijdens het fotograferen. Als het
onderwerp beweegt tijdens het fotograferen, kan het beeld vervormd
of onnatuurlijk worden, terwijl er banden kunnen ontstaan op foto's die
zijn gemaakt bij fl ikkerende of vluchtige lichtbronnen zoals tl-lampen.
Door het maken van een compositiefoto wordt de beeldhoek verkleind.
De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen bij bewegende
onderwerpen, verre landschappen of onderwerpen zonder diepte.
N
Als CONTINU wordt geselecteerd voor A SCHERM SET-UP >
WEERGAVE, wordt de meest recente foto weergegeven wanneer het
fotograferen eindigt, waardoor u een compositiefoto kunt maken zonder
de afspeelmodus af te sluiten.
De fl itser kan niet worden gebruikt.
Doorlopend fotograferen (seriemodus)
Het focusgebied van een bepaald beeld wordt aangeduid
door een vierkant (w). Markeer een scherpstelpunt met
behulp van de scherpstelstick en druk op de Q-knop om
een compositiefoto te maken van de beelden waarvoor
het geselecteerde gebied is scherpgesteld.
De camera maakt een compositiefoto van de gebieden
die zijn scherpgesteld.
Maak een compositiefoto van de beelden waarin een
geselecteerd gebied is scherp gesteld.
Beschrijving
Beschrijving
5
73