2. De pagina voor externe netwerkbesturing wordt geopend. Op deze pagina kunt u de
projector besturen alsof u de afstandsbediening of paneeltoetsen van de projector gebruikt.
• Menu (MENU)
i
• OK
• (
)
•
• Blank (Leeg)
(BLANK)
Schakel naar een ander ingangsignaal door op het gewenste signaal te klikken.
ii
De lijst met ingangen is afhankelijk van de aansluitingen van de projector. ''Video'' staat voor het Videosignaal.
Op de pagina Tools (Hulpmiddelen) kunt u de projector beheren, de Netwerk-instellingen
instellen en toegang via extern netwerkbeheer op deze projector beveiligen.
i. U kunt de projector een naam geven, bijhouden op welke plek hij staat en wie de projector
beheert.
ii. U kunt de Netwerk-instellingen aanpassen.
iii. Eenmaal ingesteld, is de toegang tot de projector via extern netwerkgebruik beveiligd met
een wachtwoord.
iv. Eenmaal ingesteld, is toegang tot de pagina Tools (Hulpmiddelen) beveiligd met een
wachtwoord.
Zodra aanpassingen zijn aangebracht, drukt u op de knop Send (Verzenden) en de gegevens worden opgeslagen op de
projector.
v. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te gaan naar de pagina extern netwerkgebruik.
28
Werking
ii
• Auto PC (AUTO) Zie
•
(
)
•
• Input (Ingang)
(SOURCE)
i
Projector en afstandsbediening op pagina 9
voor details.
iii
i
ii
iv
v