5.5.1
Schakelkast openen/sluiten
5.5.1.1 Schakelkast openen
1.
Open de frontklep. (→ Pagina 9)
2.
Demonteer de frontmantel. (→ Pagina 9)
3.
Klap de schakelkast naar voren.
4.
Maak de clips uit de houders los.
5.
Klap het deksel omhoog.
5.5.1.2 Schakelkast sluiten
1.
Sluit het deksel door het naar onderen op de schakel-
kast te drukken.
2.
Let erop dat alle clips hoorbaar in de houders vastklik-
ken.
3.
Klap de schakelkast omhoog.
5.5.2
Kabels bedraden
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 13)
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige installatie!
Netspanning aan verkeerde klemmen en
stekkerklemmen kan de elektronica kapot
maken.
▶
Sluit aan de klemmen eBUS (+/−) geen
netspanning aan.
▶
Klem de netaansluitkabel uitsluitend op de
daarvoor gemarkeerde klemmen aan!
2.
Leid de aansluitleidingen van de aan te sluiten compo-
nenten door de kabeldoorvoer tot aan de schakelkast.
3.
Gebruik de trekontlastingen .
4.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig. Laat de ader
van de randaarde circa 10 mm langer dan de aders
van de L- en N-aders.
≤
30 mm
5.
Strip flexibele leidingen zoals weergegeven op de af-
beelding. Let er hierbij op dat de isolatie van de ver-
schillende aders niet wordt beschadigd.
6.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat
goede, stabiele verbindingen tot stand gebracht
kunnen worden.
7.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
8.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
9.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
10.
Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
11.
Beveilig de kabel met de trekontlastingen in de scha-
kelkast.
12.
Schakel na voltooiing van de bedrading van alle acces-
soires de netspanning in en controleer de werking van
het product.
0020148325_04 Installatie- en onderhoudshandleiding
5.5.3
Stroomvoorziening tot stand brengen
Opgelet!
Risico op materiële schade door te hoge
aansluitspanning!
Bij netspanningen boven 253 V kunnen elek-
tronische componenten vernietigd worden.
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 230 V bedraagt.
1.
Neem alle geldende voorschriften in acht.
2.
Sluit het product via een vaste aansluiting en een
scheidingsinrichting met minstens 3 mm contactope-
ning (bijv. zekeringen of vermogensschakelaar) aan.
3.
Gebruik voor de voedingsleiding, die door de kabel-
doorvoer in het product geleid wordt, een geschikte,
flexibele, normconforme drieaderige kabel.
4.
Plaats de voedingskabel naar het aansluitniveau in de
schakelkast.
5.
Bedraad de kabels. (→ Pagina 13)
6.
Schroef de rechts in de schakelkast gemonteerde tur-
kooizen stekker aan de netaansluitkabel.
7.
Steek de stekker in de stekkerplaats met dezelfde kleur
aan de printplaat.
8.
Zorg ervoor dat de toegang tot de scheidingsinrichting
altijd gegarandeerd is en niet afgedekt wordt.
5.5.4
Thermostaat aansluiten
Voor de regeling van de CV-installatie kunt u een weersaf-
hankelijke buitenthermostaat of kamerthermostaat met mo-
dulerende branderbesturing inzetten, bijv. VRC 700.
▶
Neem de aanwijzingen in de installatiehandleiding van de
thermostaat in acht.
▶
Sluit de thermostaat op de warmteopwekker aan zoals in
"aansluitschema totaal" (→ Pagina 33) aangegeven.
▶
Als de thermostaat daarvoor geschikt is, dan kunt u de
thermostaat alternatief in het bedieningspaneel van het
product steken (interne aanbrenging).
▶
Sluit voeler en de installatiebouwgroepen, die niet in
het hoofdstuk "Elektrische accessoires aansluiten"
(→ Pagina 13) vermeld zijn, aan de regelaar aan.
▶
Sluit na voltooiing van de elektrische installatie de scha-
kelkast (→ Pagina 13).
5.5.5
Elektrische accessoires aansluiten
▶
Bedraad de kabels. (→ Pagina 13)
▶
Sluit de aansluitkabels aan de betreffende klemmen of
steekplaatsen van de elektronica aan, zie Bedradings-
schema totaal (→ Pagina 33) en evt. Bedradingsschema
fragment (→ Pagina 34) in bijlage.
▶
Als u een kamerthermostaat (aansluitklemmen perma-
nente regeling 7-8-9, witte ProE-stekker) of een weersaf-
hankelijke temperatuurregelaar resp. een kamertempe-
ratuurregeling (klemmen bus, rode ProE-stekker) aan het
product aansluit, dan moet u de brug tussen de klemmen
3 en 4 (paarse ProE-stekker) ingezet laten.
▶
Als er geen 230V-kamer/klokthermostaat ingezet wordt,
dan moet u de brug tussen de klemmen 3 en 4 (paarse
ProE-stekker) ingezet laten.
▶
Sluit, indien nodig, op dezelfde manier accessoires aan.
13