Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toegangspunten Voor Gegevensverbindingen - Nokia E72 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E72:
Inhoudsopgave

Advertenties

Toegangspunten voor
gegevensverbindingen
Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
Verbinding
Bestemmingen
>
volg de instructies op het scherm.
Als u een packet-gegevenstoegangspunt wilt
bewerken, opent u een van de groepen met
toegangspunten en selecteert u een toegangspunt dat
gemarkeerd is met
.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Naam verbinding
— Hier kunt u een naam voor de
verbinding definiëren.
Drager gegevens
— U kunt de gegevensdrager
mogelijk niet bewerken zodra deze is gedefinieerd.
Definieer indien nodig een nieuw toegangspunt.
Naam toegangspunt
toegangspunt van de serviceprovider.
Gebruikersnaam
— De gebruikersnaam kan nodig
zijn bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
Vraag om wachtwoord
aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het
wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
Wachtwoord
— Een wachtwoord kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
Verificatie
— Selecteer
wachtwoord altijd gecodeerd moet worden
verzonden of selecteer
Instellingen
en
>
Toegangspunt
>
— U krijgt de naam van het
— Selecteer
Ja
als u bij
Beveiligd
als uw
Normaal
als uw
wachtwoord indien mogelijk gecodeerd moet
worden verzonden.
Homepage
— Voer het internetadres of het adres
van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk
van het toegangspunt dat u instelt.
en
Toegangspunt gebruiken
bevestiging
als u wilt dat het apparaat om
bevestiging vraagt voordat de verbinding via dit
toegangspunt wordt gemaakt, of
u wilt dat het apparaat met de bestemming verbindt
door dit toegangspunt automatisch te gebruiken.
Selecteer
Opties
>
een keuze uit de volgende opties:
Netwerktype
— Selecteer het
internetprotocoltype voor het overbrengen van
gegevens naar en van uw apparaat. De overige
instellingen zijn afhankelijk van het geselecteerde
netwerktype.
IP-adres telefoon
van het apparaat opgeven.
DNS-adressen
primaire en secundaire DNS-servers in (indien
vereist voor de serviceprovider). Neem voor deze
adressen contact op met uw internetprovider.
Proxyserveradres
proxyserver in.
Proxypoortnummer
proxyserver opgeven.
— Selecteer
Automatisch
Geavanc. instellingen
(alleen voor IPv4) — Het IP-adres
— Voer de IP-adressen van de
— Voer het adres van de
— Het poortnummer van de
Na
als
en maak
69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave