wilt instellen, selecteert u
geh.kaart
> Instellen. Het wachtwoord bestaat uit
maximaal 8 lettertekens en is hoofdlettergevoelig. Het
wachtwoord wordt opgeslagen op het apparaat. U
hoeft het niet nog een keer in te voeren als u de
geheugenkaart in hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de
geheugenkaart ook in een ander apparaat gebruikt,
wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren. Niet
alle geheugenkaarten kunnen met een wachtwoord
beveiligd worden.
Selecteer
Opties
Verwijderen
om het wachtwoord van een
geheugenkaart te verwijderen. Als u het wachtwoord
verwijdert, zijn de gegevens op de geheugenkaart niet
meer beveiligd tegen onbevoegd gebruik.
Als u een vergrendelde geheugenkaart wilt openen,
selecteert u
Opties
het wachtwoord in.
Als u het wachtwoord van een vergrendelde
geheugenkaart vergeten bent, kunt u de kaart
formatteren om de kaart te ontgrendelen. Het
wachtwoord is dan ook verwijderd. Als u een
geheugenkaart formatteert, verliest u wel alle
gegevens die op de kaart opgeslagen zijn.
Codering
Selecteer
Menu
>
Codering.
U kunt het apparaat of de geheugenkaart coderen,
zodat anderen geen toegang tot belangrijke gegevens
138
hebben.
Opties
Wachtwoord
>
Wachtwoord geh.kaart
>
Geh.kaart
deblokkeren. Voer
>
Bed. paneel
Telefoon
>
Apparaatgeheugen en
geheugenkaart coderen
Als u het apparaatgeheugen wilt coderen, selecteert u
Telefoongeheugen.
Als u de geheugenkaart wilt coderen, selecteert u
Geheugenkaart
opties:
Coderen zonder opslaan sleutel
•
geheugenkaart coderen zonder de coderingssleutel
>
op te slaan. Als u deze optie selecteert, kunt u de
geheugenkaart niet in andere apparaten gebruiken.
Ook kunt u de geheugenkaart niet decoderen als u
de fabrieksinstellingen terugzet.
Coderen en sleutel opslaan
•
coderen en de sleutel handmatig in de
standaardmap opslaan. Sla voor alle zekerheid de
sleutel ook op een veilige plaats buiten het apparaat
op. U kunt de sleutel bijvoorbeeld naar de computer
verzenden. Voer een wachtwoord in voor de sleutel
en een naam voor het sleutelbestand. Het
wachtwoord mag niet te kort en eenvoudig zijn.
Coderen met herstelde sleutel
•
geheugenkaart coderen én de ontvangen sleutel op
de kaart opslaan. Selecteer het sleutelbestand en
voer het wachtwoord in.
>
en maakt u een keuze uit de volgende
— De
— De geheugenkaart
— De