Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wep-Sleutelinstellingen - Nokia E72 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E72:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voer de instellingen voor de geselecteerde
beveiligingsmodus in en selecteer
beveiligingsinstell..
WEP-
beveiligingsinstellingen
Selecteer
WEP
als WLAN-beveiligingsmodus.
Met de coderingsmethode WEP (Wired Equivalent
Privacy) worden gegevens voor verzending gecodeerd.
Gebruikers die niet over de vereiste WEP-sleutels
beschikken, krijgen geen toegang tot het netwerk.
Wanneer de WEP-beveiligingsmodus is ingeschakeld
en uw apparaat packet-gegevens ontvangt die niet
met de WEP-sleutels zijn gecodeerd, worden deze
gegevens genegeerd.
In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde
WEP-sleutel worden gebruikt.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
keuze uit de volgende opties:
WEP-sleutel in gebruik
WEP-sleutel.
Verificatietype
— Selecteer
Instellingen WEP-sleutel
voor de WEP-sleutel.

WEP-sleutelinstellingen

In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde
WEP-sleutel worden gebruikt.
WLAN-
en maak een
— Selecteer de gewenste
Open
of Gedeeld.
— Wijzig de instellingen
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
WEP-sleutel
en maak een keuze uit de volgende
opties:
WEP-codering
— Stel de gewenste lengte van de
WEP-sleutel in.
Indeling WEP-sleutel
sleutelgegevens wilt invoeren in de indeling
of Hexadecimaal.
WEP-sleutel
— Voer de WEP-sleutelgegevens in.
802.1x-
beveiligingsinstellingen
Selecteer
802.1x
als de WLAN-beveiligingsmodus.l
802.1x
verifieert en autoriseert apparaten voor
toegang tot een draadloos netwerk en voorkomt
toegang als het autorisatieproces mislukt.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
volgende opties:
WPA/WPA2
— Selecteer
Authentication Protocol) of
(een geheime sleutel die wordt gebruikt voor
identificatie van het apparaat).
Instellingen EAP-plug-in
EAP
hebt geselecteerd, selecteert u welke EAP-plug-
ins in uw apparaat zijn gedefinieerd voor gebruik
met het toegangspunt.
Vooraf ged. sleutel
— Als u
ged. sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
privésleutel in waarmee uw apparaat wordt
geïdentificeerd op het WLAN-netwerk waarmee u
verbinding maakt.
Instellingen
>
— Stel in of u de WEP-
ASCII
en een van de
EAP
(Extensible
Vooraf ged. sleutel
— Als u
WPA/WPA2
WPA/WPA2
Vooraf
>
>
163

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave