278
2. De communicatorinterface wordt niet gestart en de telefooninterface
knippert
Het geheugen van de communicator is beschadigd. Neem contact op met uw
Nokia-leverancier.
3. De batterij is aangesloten, maar de telefoon werkt niet
Probeer de telefoon in te schakelen door de toets
gedurende een aantal
seconden in te drukken.
Controleer of het profiel Vliegtuig per ongeluk is ingeschakeld. Zie 'Profiel
Vliegtuig' op pagina 105 voor meer informatie.
Start de communicator opnieuw door de batterij te verwijderen, dertig seconden
te wachten en de batterij opnieuw te plaatsen.
Probeer de communicator op te laden. Als u de indicator van de batterijcapaciteit
op de telefoon kunt zien, maar de telefoon niet werkt, neemt u contact op met uw
Nokia-leverancier.
Controleer of de indicator van de signaalsterkte zichtbaar is: het is mogelijk dat u
zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Controleer of de telefoondienst is geactiveerd voor uw SIM-kaart.
Kijk of er een foutbericht op het scherm verschijnt nadat u het apparaat hebt
ingeschakeld. Als dat het geval is, neemt u contact op met uw Nokia-leverancier.
Controleer of de SIM-kaart op juiste wijze is geïnstalleerd. Raadpleeg eventueel de
Beknopte handleiding.
2003Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.