De toegangscodes die zowel voor de telefooninterface als de
communicatorinterface worden gebruikt, kunt u via beide toepassingen wijzigen,
mits de code kan worden gewijzigd. Zie 'Beveiliging' op pagina 247 voor meer
informatie over toegangscodes.
In de Internet-toepassingen van de communicator worden wachtwoorden en
gebruikersnamen gebruikt als beveiliging tegen onbevoegd gebruik van Internet en
de Internet-diensten. U kunt deze wachtwoorden wijzigen in de instellingen van
de Internet-toepassingen.
Contactgegevens
Alle contactgegevens die u opslaat in de toepassing Contacten, zoals namen,
adressen en telefoonnummers, worden opgenomen in het Contactenbestand.
U kunt dit bestand weergeven vanuit de telefooninterface, de
communicatorinterface en vanuit alle toepassingen. Welke informatie wordt
weergegeven, is afhankelijk van de informatie die gebruikt kan worden door de
geselecteerde toepassing. Als u bijvoorbeeld een telefoongesprek voert via
telefooninterface, kunt u de naam en de telefoonnummers van het contact
bekijken. Eventuele faxnummers, e-mailadressen, functies en dergelijke worden
niet weergegeven.
GSM-datacommunicatie
De Nokia 9210i Communicator gebruikt de mogelijkheden voor dataoverdracht van
het GSM-netwerk voor het verzenden van faxen, SMS-berichten en e-
mailberichten en het maken van een verbinding met externe computers.
Tip: U kunt de
contactgegevens op uw
communicator wijzigen met
een compatibele toepassing
op een compatibele pc. Zie
de Gebruikershandleiding
voor PC Suite op de cd-rom
voor meer informatie.
Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.
9