2. Algemene gegevens
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de communicator werkt en hoe u de
communicator van stroom kunt voorzien. Zie de Beknopte handleiding voor
informatie over de ingebruikname en het instellen van de communicator.
Het scherm van de communicator
Naam en pictogram
van de toepassing
Indicatorgebied
Figuur 3
U schakelt de communicatorinterface in door de klep te openen. Op het scherm
wordt de toepassing weergegeven die het laatst is gebruikt.
Als u de klep sluit, worden alle gegevens opgeslagen en wordt het scherm
uitgeschakeld.
Schuifbalk
Menubalk
Opdrachten
Zoekveld
Opdrachtknoppen
Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.
13