Configuratie en interface-instellingen
3. Vul in het veld SSID de naam in van het netwerk waarmee u verbonden
bent en voer uw wachtwoord in op een van de volgende manieren:
∙
Als u Open gebruikt en WEP is ingeschakeld, selecteer dan uw
WEP-wachtwoordtype in de lijst WEP Input Type (WEP-invoertype). Voer
vervolgens uw WEP-wachtwoord in in een van de velden WEP Key
(WEP-sleutel) en selecteer de sleutel die u wilt gebruiken in de lijst WEP
Key Index (WEP-sleutelindex).
∙
Als u WPA-Personal of WPA2 Personal gebruikt, voer dan uw
wachtwoord in in het veld WPA Pre-shared Key (Vooraf gedeelde
WPA-sleutel).
∙
Als u 802.1X, WPA-Enterprise of WPA2 Enterprise gebruikt, selecteer
dan uw EAP-verificatiemethode in de lijst EAP Method (EAP-methode)
en voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in in de betreffende velden
EAP User Name (EAP-gebruikersnaam) en EAP Password
(EAP-wachtwoord). Als u TTLS-modus gebruikt, dan kunt u de
TTLS-verificatiemethode selecteren in de lijst TTLS Method
(TTLS-methode).
WS4-DT/TT-r01-12.1.17-OM-RS
71