Configuratie en interface-instellingen
∙
Als u geen statisch IP-adres heeft, controleer dan of DHCP ingeschakeld is en
klik op Send (Verzenden).
5. Klik nadat uw printer opnieuw opgestart is op Get (Ophalen) om de
TCP/IP-gegevens van uw printer op te halen. Als u een statisch IP-adres
gebruikt, dan krijgt u dezelfde TCP/IP-instellingen als in de vorige stap; gebruikt
u DHCP, dan vult de DHCP-server automatisch de velden IP Address (IP-adres),
Subnet Mask (Subnetmasker) en Gateway onder Current TCP/IP (Huidig
TCP/IP) in.
6. Klik in de lijst met invoer-/uitvoerpoorten op LAN en klik op Setting
(Instellen).
7. Configureer in het dialoogvenster Setting LAN (LAN instellen) uw IP-adres op
een van de volgende manieren:
∙
Als u een statisch IP-adres gebruikt,
vul dan in het veld IP Address
(IP-adres) het IP-adres in onder
64
WS4-DT/TT-r01-12.1.17-OM-RS