Configuratie en interface-instellingen
■
SDPL, SEPL, SIPL, SZPL en AUTO
SDPL, SEPL, SIPL, SZPL en AUTO bestaan uit de groepen instellingen Supply
(Toevoer), Control (Besturing), Action (Actie), Label (Etiket) en Position
Adjustment (Positie aanpassen).
Naam eigenschap
Sensor Type
(Sensortype)
Ribbon Sensor
(Lintsensor)
Feed Key (FEED-knop)
Head Check(Power
on) (Kop controleren
(bij inschakelen))
Beschrijving
Dit is de mediasensor die u gebruikt. Dit kan zijn I-MARK
(Zwarte streepjes), GAP (Tussenruimte) en None (Geen).
Als u de mediasensor kalibreert, dan wordt de door u
ingestelde sensor geselecteerd.
Thermal Transfer (Thermische overdracht) Uw printer
gebruikt de lintsensor voor het detecteren van het lint bij
thermische overdracht (TT).
Direct Thermal (Direct thermisch) De lintsensor wordt
uitgeschakeld voor direct thermisch afdrukken.
Hiermee wordt de actie van de FEED-knop bepaald.
Feed (Toevoer)
toe als op de knop gedrukt wordt.
Reprint (Opnieuw afdrukken) Uw printer drukt het laatste
etiket opnieuw af als op de knop gedrukt wordt.
Enable (Inschakelen)
automatisch of de printkop kapotte pinnen heeft als uw
printer ingeschakeld wordt.
58
Uw printer voert een leeg etiket
Uw printer controleert
WS4-DT/TT-r01-12.1.17-OM-RS