1 Inleiding
Rood
* Rood
Rood
** Rood
* Rood
Rood *
1.4.1 Systeemmodus
De systeemmodus werkt met combinaties van de kleuren van de
statusindicatoren. Deze verwijzen naar een lijst met opdrachten die u kunt
selecteren en uitvoeren.
Om naar de systeemmodus te gaan en een opdracht uit te voeren:
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de FEED-knop ingedrukt en schakel de printer in.
3. Beiden statusindicatoren branden oranje gedurende enkele seconden.
Vervolgens worden ze kort groen en daarna krijgen ze andere kleuren.
4. Als de statusindicatoren branden in de kleurencombinatie die u nodig
heeft, laat dan onmiddellijk de FEED-knop los.
5. Druk op de FEED-knop om de opdracht uit te voeren.
In de volgende tabel vindt u de lijst met opdrachten van de systeemmodus.
Led 1
Groen
Groen
Een EEPROM voor back-up kan niet goed gelezen of
beschreven worden.
Er is een opdracht opgepikt van een vreemd adres.
Toegang tot woordgegevens vanaf een andere plaats dan de
woordgegevens.
Toegang tot langwoordgegevens vanaf een andere plaats
dan de langwoordgegevens.
Aansturingsfout.
Fout met flash-rom op de CPU-kaart of fout met
USB-geheugen.
Wisfout bij het formatteren van het USB-geheugen.
Opslaan van bestanden niet mogelijk wegens onvoldoende
USB-geheugen.
Led 2
Opdracht
Rood
Kalibreren van de transmissiesensor
Oranje
Kalibreren van de reflectiesensor
WS4-DT/TT-r01-12.1.17-OM-RS
9
Printerindicatoren
V
V