7
Inbedrijfstelling
7.14
Basisinstelling maaiwerk
7.14
Basisinstelling maaiwerk
Bij uitvoering "Getrokken"
1
2
KM001-282
Het maaiwerk op de grond neerzetten.
Het enkelwerkende besturingsapparaat (1+) in de zweefstand zetten.
Via de hefarm de pijl (1) in het midden op de hydraulische cilinder (2) positioneren.
Het maaiwerk via het enkelwerkende besturingsapparaat (1+) heffen en weer laten zakken.
Positie van de pijlmarkering controleren en eventueel opnieuw corrigeren.
Bij uitvoering "Getrokken", mechanische verstelling van de ontlasting
76
EasyCut F 360 M
Originele handleiding 150000792_05_nl