14
Onderhoud - maaibalk
14.1
Harknaaf
14.1
Harknaaf
A
B
KMG000-002
In de afbeelding gebruikte afkortingen:
A
=
B
=
RE
=
LE
=
Ter beveiliging tegen overbelasting van de maaiwerken zijn de harknaven (1) met moeren (2)
en afbreekbouten (3) beveiligd.
Bij het rijden op hindernissen (bijv. stenen) breken de twee afbreekbouten in de harknaaf af. De
harknaaf en moer draaien op de rondselas omhoog.
•
De maaischijven c.q. –trommels die het oogstgoed in rijrichting naar links (LE)
transporteren, hebben een links schroefdraad.
•
De maaischijven c.q. –trommels die het oogstgoed in rijrichting naar rechts (RE)
transporteren, hebben een links schroefdraad.
Ter onderscheiding tussen de draairichting rechts (RE) en de draairichting links (LE) zijn de
moeren (2) en de rondselassen (4) van de draairichting links (LE) met een herkenningsgroef
(a,b) uitgerust.
•
De moeren (2) met linker schroefdraad (LE) hebben herkenningsgroeven (a) op de schuine
kant.
•
De rondselassen (4) met linker schroefdraad (LE) hebben herkenningsgroeven (b) op de
kopse kant.
118
Draairichting "A" naar het midden
Draairichting "B" paarsgewijs
excentrisch lagerhuis (rechtsdraaiend), zonder herkenningsgroef
excentrisch lagerhuis (linksdraaiend), met herkenningsgroef
EasyCut F 360 M
Originele handleiding 150000792_05_nl