7.8
Hydraulische slangen vastkoppelen
Gevaar voor letsel door ontsnappende hydraulische olie
Het hydraulisch systeem werkt met zeer hoge druk. Ontsnappende hydraulische olie kan tot
ernstig letsel aan huid, ledematen en ogen leiden.
Voordat de hydraulische slangen aan de trekker worden vastgekoppeld, het hydraulische
systeem aan beide zijden drukloos maken.
Vóór het afkoppelen van de slangen en vóór werkzaamheden aan de hydraulische
installatie de druk van het hydraulisch systeem aflaten.
Bij het verbinden van de snelkoppelingen erop letten dat deze schoon en droog zijn.
De hydraulische slangen regelmatig controleren,
(bijv. geschuurde of beknelde plaats) en veroudering vervangen. De vervangende
leidingen moeten voldoen aan de technische eisen van de fabrikant van het werktuig.
LET OP
Schade aan de machine door verontreiniging van de hydraulische installatie
Wanneer vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het hydraulisch systeem terechtkomen, kan
ernstige schade aan het hydraulisch systeem optreden.
Bij het verbinden van de snelkoppelingen erop letten dat deze schoon en droog zijn.
De hydraulische slangen onderzoeken op schuur- en klemplekken en indien nodig
vervangen.
KMG000-076
Om de hydraulische slangen correct vast te koppelen, zijn de hydraulische slangen (1, 2) met
cijfers of letters gekenmerkt.
Hydraulische slangen voor de aansluiting aan een enkelwerkend besturingsapparaat zijn met
een cijfer en het plusteken gekenmerkt, bijv. (1+).
hydraulische slangen voor de aansluiting aan een dubbelwerkend besturingsapparaat zijn met
dezelfde cijfers, het plusteken voor de drukleiding en het minteken voor de terugloop
gekenmerkt, bijv. (2+/2-).
Op de trekker moet een besturingsapparaat worden gebruikt, dat in de neutrale stand tegen
ongewenst neerlaten vergrendeld kan worden.
De trekkerhydrauliek drukloos schakelen.
De machine stoppen en beveiligen,
De verbindingen van de hydraulische snelkoppelaar schoonmaken en drogen.
EasyCut F 360 M
Originele handleiding 150000792_05_nl
Hydraulische slangen vastkoppelen
WAARSCHUWING
zie
Pagina 113, en bij beschadigingen
zie
Pagina 25.
Inbedrijfstelling
7.8
7
71