T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
Voice dial
Wanneer de functie Voice dial aan staat, kunt u een
naam inspreken. Vervolgens wordt het telefoonnummer
dat bij de betreffende naam is opgeslagen gedraaid.
Meer informatie over de Voice dial funtie vindt u op
pagina 66.
V olume aanpassen
Met de volumetoets links op de telefoon, kunt u tijdens
het telefoneren het luidsprekervolume aanpassen.
Ontvangt u een oproep, dan kunt u door de volumetoets
ingedrukt te houden het belgeluid direct laten stoppen.
In de standby stand kunt u met deze toetsen het
toetsvolume aanpassen.
24
Oproep aannemen of weigeren
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en in het midden
van het LCD-venster knippert het telefoon symbool.
Als u wordt gebeld door iemand die nummerweergave
aan heeft staan, wordt zijn of haar telefoonnummer (of
de naam wanneer deze in de telefoonlijst is opgeslagen)
in het LCD-venster getoond.
Oproep beantwoorden
U kunt een oproep op twee manieren aannemen:
• Druk op de functietoets Opnemen.
• Als de keuze Elke toets antw AAN staat, kunt u een
gesprek aannemen door op een willekeurige toets te
drukken, met uitzondering van
Weiger en de volumetoets.
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets
functietoets Weiger te drukken.
NB: Ontvangt u een oproep terwijl de toetsen
geblokkeerd zijn, dan wordt de blokkering
automatisch opgeheven. Nadat het gesprek
beëindigd is, wordt het toetsenbord na de
ingestelde tijd automatisch weer geblokkeerd.
T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
, de functietoets
of de
25