2.
Druk op de pijlen omhoog of omlaag aan de rechterzijde van het tijddisplay om de duur van de ablatie aan
te passen. De tijd op het display kan in stappen van tien seconden worden aangepast. De timer wordt naar
de standaardinstelling gereset nadat er een enkele cyclus uitgevoerd is.
Ablatie starten
1.
Controleer of de cryoICE BOX ingeschakeld is en de cryoICE-sonde en N
2.
Controleer of de juiste ablatietijd wordt weergegeven en pas deze indien nodig aan.
3.
Druk op de activeringsknop aan de linkerzijde van het apparaat en laat deze weer los om de ablatie te
starten.
4.
Het temperatuurdisplay op het voorpaneel geeft de temperatuur van de cryoICE-sonde weer. Als u twee
piepjes hoort, betekent dit dat de behandelingstemperatuur bereikt is (gebruikelijk –40 °C), waarna de
ablatietimer met aftellen begint. U hoort elke 30 seconden een korte piep. Als u een reeks piepjes hoort,
betekent dit dat de laatste 5 seconden van de ablatiecyclus zijn ingegaan.
5.
Als de ablatiecyclus voltooid is, gaat de cryoICE BOX automatisch over op de modus ONTDOOIEN.
De indicator ONTDOOIEN gaat branden om de opwarming van de sonde aan te geven tot deze de
transitietemperatuur heeft bereikt, waarna de modus ONTDOOIEN automatisch in de modus GEREED
overgaat en de sonde wordt ontlucht. Tijdens de cyclus ONTDOOIEN hoort de gebruiker drie piepjes om
aan te geven dat de temperatuur van de sonde tot boven 0 °C opgewarmd is.
5 . UITZONDERLIJKE GEVALLEN
BEVRIEZEN afbreken
Druk tijdens de ablatie op de activeringsknop en laat deze weer los om de ablatie tijdens de cyclus BEVRIEZEN
te stoppen. Het systeem gaat vervolgens over op de modus ONTDOOIEN.
De ablatietijd tijdens de ablatie aanpassen
Verhoog of verlaag de ablatietijd in stappen van 10 seconden met de pijlen omhoog of omlaag.
Noodstop
Druk tijdens een cyclus BEVRIEZEN of ONTDOOIEN op de activeringsknop om de cryoICE-sonde te ventileren
tot het cryoICE BOX-systeem op de modus GEREED overgaat om de ablatie te stoppen en de druk van de
cryoICE-sonde te verlagen.
Het systeem kan ook worden uitgeschakeld door de voeding aan de achterzijde van het systeem uit te
schakelen of het van het wisselstroomstopcontact los te koppelen. De N
de cryoICE-sonde en de cryoICE BOX ingesloten. Dit gas zal worden geventileerd wanneer de cryoICE BOX weer
wordt ingeschakeld.
Standaardablatietijd instellen
1.
Controleer of de
cryoICE BOX
2.
Druk de pijlen omhoog en omlaag tegelijkertijd gedurende één seconde in om de modus in te schakelen
waarin u de standaardablatietijd kunt aanpassen.
3.
Het tijddisplay knippert en de standaardtijd kan nu met de pijlen omhoog en omlaag worden aangepast.
De tijd wordt in stappen van 10 seconden aangepast. De tijd kan niet op minder dan 20 seconden en meer
dan 270 seconden worden ingesteld.
4.
Het display stopt na 5 seconden met knipperen waardoor de nieuwe ingestelde tijd als de standaardtijd
wordt ingesteld.
Zonder temperatuuraflezing bedienen
Als de cryoICE BOX geen temperatuur weergeeft terwijl de cryoICE-sonde goed aangesloten is (rode en zwarte
connectors), mag de cryoICE-sonde niet worden gebruikt. Als de activeringsknop tijdens deze toestand wordt
ingedrukt, knippert en piept de cryoICE BOX gedurende 5 seconden. Als de activeringsknop binnen 5 seconden
opnieuw wordt ingedrukt, gaat de cryoICE BOX over op de modus BEVRIEZEN en start de teller onmiddellijk met
aftellen. Dit moet naar het oordeel van een arts worden gedaan, aangezien er geen temperatuurfeedback is.
ingeschakeld is.
O goed zijn aangesloten.
2
O-stroom stopt, maar er wordt gas in
2
10