• Bij binnenscènes waarvoor een flitser wordt gebruikt
(om het effect van de flits te verzachten of gelijkmatiger
te maken).
• Bij tegenlichtscènes waarbij het onderwerp zo ver weg is
dat de gewone flits het onderwerp niet bereikt.
U kunt de optie Adaptieve belichting gebruiken met of
zonder flitser, maar u wordt afgeraden deze belichting te
gebruiken als vervanging voor de flitser. In tegenstelling tot
de flitser heeft de optie Adaptieve belichting geen invloed op
de belichtingsinstellingen, dus gebieden die lichter worden
gemaakt, kunnen er soms korrelig uitzien en foto's die
binnenshuis of 's nachts zijn gemaakt, kunnen er wazig
uitzien als ze zijn gemaakt zonder flitser of statief.
1. Selecteer in het menu Opname
(pagina 51) de optie Adaptieve
belichting.
2. Gebruik in het submenu
Adaptieve belichting de
knoppen
te markeren.
3. Druk op de knop
terug te gaan naar het menu Opname.
De instellingen worden nader uitgelegd in de
volgende tabel:
Instelling
Beschrijving
Uit
Hiermee worden foto's op de normale manier
verwerkt. Dit is de standaardinstelling.
Aan
De camera maakt de donkere gebieden van de foto
lichter zonder de lichte gebieden aan te passen.
56
HP Photosmart M415 Gebruikershandleiding
om een instelling
om de instelling op te slaan en