Instelling
Beschrijving
Macro
Gebruik de modus Macro wanneer u close-ups wilt
maken van onderwerpen die zich op een afstand
van minder dan 80 cm meter bevinden In deze
modus is autofocus alleen mogelijk binnen een
bereik van 10 tot 80 cm en zal de foto niet worden
gemaakt als de camera niet op het onderwerp kan
worden scherpgesteld (zie De camera scherpstellen
op pagina 38).
Aangeraden wordt de zoomfunctie niet in de
opnamemodus Macro
te gebruiken.
Snel scherp Gebruik de modus Snel scherp bij helder licht en
wanneer het onderwerp niet al te ver tot ver is
verwijderd. In deze modus wordt een vaste focus
in plaats van autofocus gebruikt, waardoor u snel
foto's kunt maken.
Actie
Gebruik de modus Actie voor het fotograferen
van sportevenementen, bewegende auto's of een
willekeurig bewegend tafereel. De camera gebruikt
hogere sluiter- en ISO-snelheden om de actie vast te
leggen.
Portret
Gebruik de modus Portret voor foto's die een of
meer mensen als voornaamste onderwerp hebben.
Er wordt een kleiner F-getal gekozen (voor een
wazige achtergrond), in combinatie met lagere
waarde voor scherpte (voor een natuurlijk effect).
Landschap
Gebruik de modus Landschap voor het fotograferen
van onderwerpen met een diep perspectief, zoals
berglandschappen of stadssilhouetten, waarvoor
zowel de voorgrond als achtergrond moeten zijn
scherpgesteld. Een hoger F-getal voor een betere
scherptediepte wordt gecombineerd met een hogere
scherpte voor een levendig effect.
Foto's maken en videoclips opnemen
47