e) Inschakelen van de helikopter
Bij het inschakelen dient de modelhelikopter en de afstandsbedieningszender zich in de onmiddellijke omgeving van
elkaar bevinden. Dit is belangrijk, omdat het model bij het inschakelen digitaal wordt gekoppeld aan de zender. Pas
daarna reageert het model op de besturingsbevelen van de zender.
Belangrijk!
Bij het inschakelen mag er zich geen tweede 2,4 GHz-zender in de onmiddellijke nabijheid bevinden.
Ga als volgt te werk:
• Plaats de helikopter met een volledig opgeladen vlieg-
accu op een vlakke ondergrond.
• Schuif de aan-/uitschakelaar (1) aan de rechterkant van
de helikopter van de voorste positie "OFF" naar de ach-
terste positie "ON".
• De witte LED onder de cabinekap en de zijdelingse
LED's beginnen te knipperen. De helikopter wacht nu
op het zendersignaal.
• Schakel de zender in met de aan-/uitschakelaar. De
LED in de zender begint te knipperen.
• De helikopter en de zender voeren nu het verbindings-
proces uit. Gedurende deze tijd knipperen de LED's in
de helikopter.
• Als het verbindingsproces is geslaagd, gaan de witte LED onder de kap en de rode zender-LED permanent bran-
den. De twee zijdelingse LED's op de helikopter knipperen afwisselend rood en blauw.
• Het model is nu gereed voor gebruik.
Belangrijk!
Tijdens de koppelingsfase wordt ook de interne stabilisatie-elektronica afgestemd. Daarom mag het model
in deze tijd niet worden bewogen of gedraaid.
Juiste verbinding controleren:
De juiste koppeling tussen model en zender kan gemakkelijk worden gecontroleerd. Druk de drukknop voor de licht-
functie meerdere keren (zie afbeelding 1, pos 10) en controleer of de led-verlichting van het model iedere keer als u
op de knop drukt aan- resp. uit gaat.
Opgelet, belangrijk!
Voordat u de helikopter mag laten vliegen, moet u eerst met volgende informatie rekening houden.
16
Afbeelding 8