b) Rotorbladhouders controleren
Opdat de 4 hoofdrotorbladen (1) zich tijdens het vliegen
vanzelf in een hoek van 180° t.o.v. elkaar kunnen afstel-
len, mogen de 4 bevestigingsschroeven voor de bladen
(2) die van boven in het blad steken, niet te stevig worden
vastgedraaid.
Als u de modelhelikopter 90° opzij kantelt, moeten de ro-
torbladen zelf naar beneden kunnen klappen zoals weer-
gegeven in de bovenstaande afbeelding 5.
Opgelet!
Draai de bevestigingsschroeven voor de bla-
den echter niet compleet los, omdat de spoor-
loop van de rotorbladen dan niet meer klopt en
de punten van de bladen niet meer op dezelfde
hoogte zitten.
Opgelet!
Gebruik voor het vastdraaien van de schroeven
een geschikte schroevendraaier en let erop dat
u niet met te veel kracht werkt. De schroef-
draadgangen resp. het schroefmateriaal kan
anders beschadigd raken.
c) Controle van de centrifugaalgewichtsstang
Net als de hoofdrotorbladen moet ook de centrifugaalge-
wichtsstang (1) aan de bovenste rotor gemakkelijk be-
weegbaar zijn.
Beweeg de centrifugaalgewichtsstang met één hand op
en neer (zie pijlen in afbeelding 6) en controleer hierbij of
de kogelgewrichten (2) soepel lopen.
De mechanica moet soepel werken, mag echter geen spe-
ling in de lagers vertonen.
14
Afbeelding 5
Afbeelding 6