Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Deurbeveiliging
Bij uw toestel is een deurbeveiliging gevoegd. Deze wordt aan
de oven bevestigd. Neem het installatievoorschrift in acht.
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees
hierover het hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
190 °C.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
1.
De magnetron
De microgolven worden in de levensmiddelen omgezet in
warmte. U kunt de magnetron solo, d.w.z. alleen, of in
combinatie met een andere verwarmingsmethode gebruiken. U
krijgt informatie over de vormen en u kunt nalezen hoe de
magnetron moet worden ingesteld.
Aanwijzing.
In het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest vindt u
voorbeelden voor het ontdooien, verwarmen en garen met de
magnetron.
Aanwijzingen voor de vormen
Geschikte vormen
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas, glaskeramiek,
porselein, keramiek of temperatuurvaste kunststof. Deze
materialen laten microgolven door.
U kunt ook servies voor het opdienen gebruiken. Zo hoeft u de
gerechten niet over te plaatsen. Als uw serviesgoed een
versiering van goud of zilver heeft, mag u het uitsluitend
gebruiken indien de fabrikant garandeert dat het geschikt is
voor de magnetron.
Ongeschikte vormen
Vormen van metaal zijn niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen voorwerpen blijven de
gerechten koud.
Om de deur te openen drukt u de beveiliging naar boven. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht. Let er bij het sluiten van de
ovendeur op dat hij inklikt.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
2.
grillstand instellen.
bij
%
De toets
†
3.
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metaal - bijv. een lepel in het glas
dient zich op minstens 2 cm van de ovenwanden en de
binnenzijde van de deur te bevinden. Door vonken kan het glas
aan de binnenkant van de deur worden vernietigd.
Vormtest
De magnetron nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in
zitten. De enige uitzondering hierop is de volgende vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor de
magnetron, doet u deze test:
Plaats de lege vorm ½ tot 1 minuut bij maximaal vermogen in
1.
het apparaat.
Controleer tussentijds de temperatuur.
2.
De vorm moet goed koud of handwarm zijn.
Als hij heet wordt of als er vonken ontstaan, is hij niet geschikt.
Magnetronvermogens
Met de toetsen stelt u het gewenste magnetronvermogen in.
90 W
180 W
360 W
600 W
900 W
indrukken.
voor het ontdooien van gevoelige gerechten.
voor het ontdooien en doorgaren
voor het garen van vlees en het opwarmen van
gevoelige gerechten.
voor het verwarmen en garen van gerechten
voor het verwarmen van vloeistoffen
7