2
Installatie
Algemene montagerichtlijnen
Waarschuwing:
Installeer de eenheid niet in een gevaarlijke/ontvlambare
omgeving.
Ú Notitie:
Kies een montagelocatie waar de unit niet wordt blootgesteld aan
omstandigheden die niet aan de technische specificaties voldoen.
Montagelocatie
Zorg dat het geselecteerde gebied het volgende faciliteert:
•
kabelgeleiding, kabelaansluiting en kabelsteun
•
aansluiting en gebruik van draagbare opslagapparaten
•
LED-indicatoren weergeven
•
gemakkelijk toegang tot repareerbare onderdelen
Houd ook rekening met:
•
de vrije ruimte rondom het apparaat om oververhitting te voorkomen
•
de constructie en sterkte van het montageoppervlak in verhouding tot het gewicht van
de apparatuur
•
trillingen in het montageoppervlak waardoor de apparatuur zou kunnen worden
beschadigd
•
verborgen elektrische draden die beschadigd kunnen raken bij het boren van gaten
Ventilatie
Onvoldoende ventilatie met oververhitting als gevolg kan er de oorzaak van zijn dat de unit
onbetrouwbaar werkt en de levensduur ervan wordt verkort.
Selecteer zo mogelijk een locatie waar het airconditioningsysteem van het schip kan worden
gebruikt om de temperatuur te regelen.
Zorg dat eventuele ventilatiegaten niet worden geblokkeerd.
Elektromagnetische interferentie en radiofrequentie-interferentie
Dit apparaat voldoet aan de toepasselijke EMC-voorschriften (elektromagnetische
compatibiliteit). Om ervoor te zorgen dat de EMC-prestaties niet worden aangetast, gelden
de volgende richtlijnen:
•
afzonderlijke accu gebruikt voor de scheepsmotor
•
minimaal 1 m tussen het apparaat, de kabels van het apparaat en zendapparatuur of
kabels met radiosignalen
•
minimaal 2 m tussen het apparaat, de kabels van het apparaat en de SSB-radio
•
meer dan 2 m tussen het apparaat, de kabels van het apparaat en de radarstraal
Installatie
| NSO evo3S MPU Installatiehandleiding
11