Het tabblad Afbeelding
1
2
3
4
1.
Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal
geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van
punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling
selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een
afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een scherm
met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u bij Zeer fijn
bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren wordt gebruikt.
2.
Selecteer de rastertextuur door de puntgrootte voor het
halftoonscherm in te stellen.
3.
Stel deze functie in om grijsschaaleffecten in het zwart zonder
rastering af te drukken.
4.
U kunt de helderheid met de hand regelen (hoe hoger de
instelling des te helderder de afdruk) en het contrast regelen
(hoe hoger de instelling des te groter het contrast).
BEDIENING > 58
5