WINDOWS-BESTURINGSSYSTEMEN
1.
Nadat Windows is gestart, plaatst u de cd-rom met de
printerstuurprogramma's (cd1) in het cd-rom-station.
2.
Als de cd niet automatisch wordt uitgevoerd, gebruikt u [Start]-
[Uitvoeren...] en typt u E:\setup (E: staat voor het cd-rom
station) in het vak Openen.
3.
Klik op [OK].
4.
Klik op [Installatie van het stuurprogramma] en vervolgens op
[Printerstuurprogramma installeren] en volg de aanwijzingen
op het scherm om de installatie van het stuurprogramma te
voltooien.
5.
Alleen voor de B4250, B4250n: nadat u het stuurprogramma
of de stuurprogramma's hebt geïnstalleerd, selecteert en
installeert u de Status Monitor.
Neem de tijd om de extra's op de cd te leren kennen. In de Help worden
bijvoorbeeld alle softwarehulpprogramma's in het kort beschreven.
GEÏNSTALLEERDE OPTIES
In uw printer zijn mogelijk bepaalde opties geïnstalleerd. Controleer
op de menukaart of de geïnstalleerde opties zijn geactiveerd (zie
"Huidige instellingen bevestigen" in "Bedieningspanelen").
Zorg ervoor dat de opties zijn ingesteld in de stuurprogramma's door
de juiste configuratie in te stellen op het tabblad Apparaatopties (PCL-
emulaties) en of het tabblad Apparaatinstellingen (PS-emulaties) die
zijn beschreven in het hoofdstuk getiteld "Bediening".
OPMERKING
PRINTERSTUURPROGRAMMA'S > 52