3.3 Hoofdstroom
Afhankelijk van de aansluitgegevens (zie onder technische gegevens) van het betreffende apparaattype kan de doorsne-
de van de voedingskabel en de minimale afzekering worden bepaald. De elektrische bedrading moet vakkundig op de
klemmen van het apparaat worden aangesloten. Wij raden u aan de schroefaansluitingen na enkele dagen nogmaals
aan te draaien.
Type
4xx
822
8xx
1532
15xx
2362
23xx
3262
32xx
45xx
3.4 RS 485 interface
De seriële interface RS 485 voorziet in een data transmissiesysteem conform de Amerikaanse EIA-standaard (Electronic
Industries Association) waarbij de gegevens met hoge snelheid, zonder enige storing worden doorgegeven. De gegevens
worden serieel overgedragen via twee kabels. Voor de voeding van de opties is een, 24 V DC systeem met 2 andere kabels
aanwezig.
De busstructuur maakt afgesloten en open leidingen mogelijk met steekleidingen en aftakkingen (boom systeem).
De transmissie gebeurt via een getwiste, afgeschermde 2-aderige kabel, tot 1200 meter afstand zonder versterking en
met ten hoogste 32 deelnemers.
De hardware van de RS 485 interface maakt aansluiting van de stoomgenerator mogelijk op een veldbus, zoals b.v. Profi-
bus, Bitbus of EIB. De software die nodig is voor de communicatie met deze systemen kan op aanvraag worden verkregen.
4. Inbedrijfstelling
4.1 Werking van de stoombadgenerator
NORDMANN generatoren gebruiken normaal leidingwater voor de productie van mineraalvrije stoom. Het water wordt
in de stoomcilinder met verwarmingselektroden door middel van elektrische energie direct in stoom omgezet.
Het water zorgt in dit geval voor de elektrische weerstand. De verdamping vindt plaats bij atmosferische (drukloos) druk.
8
Klemmen
Doorsnede
2
mm
hoofdstroomkabel mm
4
10
4
10
2 x 2,5
6
16
10
2 x 2,5
35
10
2 x 2,5
16
Doorsnede
2
stuurstroomkabel mm
2,5
0,75
4
0,75
2,5
0,75
0,75
2,5
0,75
2 x 4
0,75
0,75
2 x 4
0,75
0,75
2 x 4
0,75
Schroefaansluiting
2
hoofdstroomkabel
PG 11
PG 16
PG 16
PG 21
PG 16
PG 36
PG 21
PG 36
PG 21
PG 36