Inhoudsopgave
Advertenties
HET VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE EN HET
VERVANGEN VAN HET FILTER
Controleer het oliepeil dagelijks na de
werkzaamheden of telkens nadat de machine is
gebruikt. Ververs de olie na de eerste 8 bedrijfsuren,
en daarna om de 50 bedrijfsuren. Vervang het
oliefilter om de 100 bedrijfsuren. Laat indien
mogelijk de motor even lopen voordat u olie gaat
verversen omdat warme olie beter loopt en meer vuil
meeneemt dan koude olie.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Plaats een opvangbak onder de aftapplug en de
carterpan (Afb. 21).
3.
Maak de plek rondom de aftapplug schoon.
Afbeelding 21
1. Olie-aftapplug
4.
Verwijder de olie-aftapplug en laat de olie in de
opvangbak lopen.
Afbeelding 22
1. Oliefilter
5.
Verwijder en vervang het oliefilter (Afb. 22);
het onderdeelnummer vindt u in de onderdelen-
catalogus.
6.
Nadat de olie afgetapt is doet u de aftapplug
weer op zijn plaats terug en verwijdert u de
eventueel gemorste olie.
7.
Vul de tandwielkast met olie; zie Het
controleren van de motorolie.
ONDERHOUD VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM
Brandstoftank
Tap de brandstof af en reinig deze als er vuil in de
tank gekomen is of indien de machine voor langere
tijd wordt gestald. Gebruik een schoon oplosmiddel
om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en verbindingen
1
Controleer de leidingen en verbindingen om de 400
uur of jaarlijks, afhankelijk van hetgeen zich het
eerst voordoet. Inspecteer het systeem op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Brandstoffilter
Reinig het brandstoffilter om de 50 uur of jaarlijks,
afhankelijk van hetgeen zich het eerste voordoet.
1.
Klem beide brandstofleidingen af die verbonden
zijn met het brandstoffilter (Afb. 23) zodat de
benzine niet weg kan lopen wanneer de
leidingen worden losgemaakt.
2.
Maak de klem los waarmee het brandstoffilter
aan het frame is bevestigd.
3.
Maak de slangklemmen (Afb. 23) aan beide
zijden van het filter los. Haal de
brandstofleidingen los en werp het filter weg.
1
4.
Zorg ervoor dat de pijl aan de zijkant van het
filter in de richting van de carburateur wijst.
Schuif de slangklemmen op de uiteinden van de
brandstofleidingen en druk de
brandstofleidingen op het brandstoffilter.
26
Advertenties
Inhoudsopgave
