de machine niet stopt, is het blokkeringssysteem
defect.
GEBRUIKSKENMERKEN
Oefen het besturen van de GROUNDSMASTER
1000L voordat u de machine voor de eerste maal
gebruikt om te maaien omdat deze is uitgerust met
een hydrostatische transmissie en hij zich daarom
anders gedraagt dan andere gazonmaaiers. Enkele
zaken waar u rekening mee moet houden bij het
besturen van de tractie-eenheid en de maai-eenheid
zijn de transmissie, de motorsnelheid, de belasting
van de messen en het belang van de remmen.
Regel het motortoerental met behulp van het
tractiepedaal en houd het hoog genoeg en nagenoeg
constant om tijdens het maaien voldoende vermogen
te houden voor de tractie en het maaien. Een goede
vuistregel is: verminder de voortbewegingssnelheid
naarmate de belasting op de messen toeneemt, en
versnel de voortbewegingssnelheid naarmate de
belasting op de messen afneemt. Hierdoor houdt u de
machine, door middel van de transmissie, op de
juiste voortbewegingssnelheid terwijl de hoge
draaisnelheid van de messen aangehouden wordt die
nodig is om goede maairesultaten te verkrijgen. Laat
daarom het tractiepedaal opkomen naarmate de
motorsnelheid afneemt, en trap langzaam het pedaal
in naarmate de snelheid toeneemt. Bijvoorbeeld:
wanneer u zich van de ene naar de andere werkplek
verplaatst—zonder belasting en met de maai-eenheid
opgehaald—moet u de gashendel in de SNEL-positie
hebben en het tractiepedaal langzaam maar volledig
indrukken om de maximum voortbewegingssnelheid
te bereiken.
LET OP
Het is noodzakelijk dat de achterkant zwaar genoeg is
om te voorkomen dat de achterwielen vrijkomen van
de grond. Stop niet plotseling terwijl de maai-eenheid
of de hulpstukken opgehaald zijn. Zorg dat de maai-
eenheid of de hulpstukken neergelaten zijn als u
hellingen afdaalt. U verliest de controle over de
besturing indien de achterwielen vrijkomen van de
grond.
LET OP: Dit produkt kan meer geluid produceren
dan 85dB(A) op de bestuurderspositie.
Gehoorbescherming wordt aanbevolen indien u
gedurende langere tijd hieraan blootgesteld wordt
om de kans op permanente gehoorbeschadiging te
verkleinen.
Een ander kenmerk waarmee u rekening moet
houden is de bediening van de remmen. De remmen
kunnen gebruikt worden als hulpmiddel bij het
draaien van de machine. Gebruik de remmen echter
®
met beleid, in het bijzonder op zacht of nat gras
omdat in deze situaties het gazon per ongeluk
beschadigd kan worden. Het gebruik van de remmen
komt goed van pas bij het bepalen van de richting
van de maai-eenheid bij het maaien langs hekken en
dergelijke. Een ander voordeel van de remmen is dat
de tractie op gelijk niveau gehouden kan worden. In
bepaalde situaties, bijvoorbeeld, slippen de wielen
tijdens het klimmen en verliezen ze grip. Als dit
zich voordoet kan het betreffende rempedaal
geleidelijk, pompend ingetrapt worden, totdat het
klimmende wiel niet meer slipt, waardoor de tractie
op het laagste wiel toeneemt. Indien onafhankelijk
remmen niet wenselijk is, kunt u de hendel op het
linkerrempedaal gebruiken om dit te koppelen met
het rechterrempedaal. Hierdoor remt u tegelijk op
beide wielen.
Schakel alle bedieningsorganen uit en zet de
gashendel in de LANGZAAM-positie voordat u de
motor stilzet. Door de gashendel in de
LANGZAAM-positie te zetten, neemt het
motortoerental, het geluidsniveau en de vibratie, af.
Draai de contactsleutel naar de AF-positie om de
motor te stoppen.
DE TRACTIE-EENHEID DUWEN
OF SLEPEN
In noodgevallen kan de tractie-eenheid over een zeer
kleine afstand geduwd of gesleept worden. Toro
raadt echter af dit regelmatig te doen.
BELANGRIJK: Duw of sleep de tractie-eenheid
niet sneller dan met 3,2 tot 4,8 Km/uur (2 tot 3
mijl/uur) omdat hierdoor de transmissie
beschadigd kan worden. Indien de tractie-eenheid
over een grotere afstand verplaatst moet worden,
moet deze op een vrachtwagen of een aanhanger
vervoerd worden. De bypass-klep moet open
staan wanneer de machine geduwd of gesleept
wordt.
1.
Verwijder de splitpen van de vergrendeling en
klap de zitting naar voren en plaats de
19