Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of
het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd,
de volledige kosten van dat bezoek betalen!
Storing
De verlichting functioneert
niet.
Het vriesvak heeft een dikke
laag rijp.
De bodem van de koelruimte
is nat.
In de koelruimte is het te
koud.
88
Eventuele oorzaak
Het lampje is kapot.
De lichtschakelaar klemt.
De dooiwatergoten of het afvoergat
zijn verstopt.
Deur van het vriesvak is geopend.
Er werden te veel levensmiddelen in
één keer ingeladen om in te vriezen.
De temperatuurregelaar is te hoog
ingesteld.
Oplossing
Lampje vervangen.
1. Stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering losdraaien resp. uitschakelen.
2. Afdekking naar voren eraf trekken.
3. Lampje vervangen.
(Reservelamp: 220–240 V wisselstroom, fitting
E14, voor wattage zie het kapotte lampje.)
Controleer of er beweging in zit.
Ontdooien van het vriesvak. Zie hoofdstuk
„Ontdooien". Zorg er altijd voor dat de deur van het
vriesvak goed dicht is.
De dooiwatergoten en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat").
Deur van het vriesvak sluiten. De deur van
het vriesvak sluit met een hoorbare klik.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Temperatuurregelaar lager instellen.