N N a a s s l l a a g g - - i i n n f f o o r r m m a a t t i i e e
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen
Uw telefoon wordt geleverd met een oplaadbare Li-ion
batterij (standaard formaat).
• Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan
waarvoor ze bedoeld zijn.
• Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van
het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De
spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de
signaalsterkte en instellingen van het netwerk.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden keren
worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van
tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt
de gebruikstijd (spreek- en standbytijden)
aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe
batterij te kopen.
• Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf
na verloop van tijd.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die Samsung
heeft goedgekeurd. Gebruikt u de batterijlader niet,
haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een
batterij niet langer dan een week in de oplader
zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij.
138
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed
op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn
de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen voor
u met opladen begint.
• Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of
koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan
zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude
batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C
• Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de
batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een
metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip van
een pen of een sleutel) direct contact maakt tussen
de + en - polen van de batterij (metalen strips aan de
achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of
tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de
batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
• Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze
nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur.
N N a a s s l l a a g g - - i i n n f f o o r r m m a a t t i i e e
).
139