A A a a n n d d e e s s l l a a g g
Telefoon aan- en uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de toets
ruim een seconde ingedrukt.
3. Als de telefoon om een wachtwoord vraagt, toetst u dit
in en drukt u op de functietoets OK. Het wachtwoord is
in de fabriek ingesteld op 0000. Zie pagina 133 voor
meer informatie.
4. Als de telefoon om de PIN-code vraagt, toetst u deze
in en drukt u op de functietoets OK. Zie pagina 134
voor meer informatie.
De telefoon zoekt uw netwerk op waarna het
standby-scherm (zie hieronder) in het display en het
externe display wordt getoond.
<NETWERKr>
MA 04 AUG
1 0 : 2 6
Menu
Tel.lijst
<Hoofddisplay>
20
1 0 : 2 6
M A 0 4 / 0 8
<Extern display>
NB: Om de taal te wijzigen, gaat u naar de menu-
optie Taalkeuze. Op pagina 79 vindt u meer
informatie over deze optie.
5. Om de telefoon uit te zetten, houdt u de toets
ruim 2 seconden ingedrukt.
De oortelefoon gebruiken
Met de bij uw telefoon geleverde oortelefoon kunt u
oproepen aannemen en zelf bellen zonder dat u de
telefoon hoeft vast te houden. Wanneer u de
oortelefoon aansluit op de aansluiting boven de
volumetoetsen aan de zijkant van de telefoon, werkt het
knopje op de oortelefoon als volgt:
Om...
Drukt u...
Het laatste nummer
in de standby-stand 2 keer
opnieuw te bellen
op het knopje.
Een oproep aan
op het knopje wanneer de
te nemen
oproep binnenkomt.
Een oproep te
wanneer u klaar bent met
beëindigen
met uw gesprek op het knopje.
NB: Wanneer u de menukeuze Klepje actief hebt
ingesteld op Voice dial of Voice-opdr., komt u
door het indrukken van het knopje direct in
Voice dial of kunt u een Voice opdracht geven.
Zie pagina 82 voor meer informatie.
A A a a n n d d e e s s l l a a g g
21