De bloeddrukmeting
1.
Breng de armmanchet aan om
de arm van de patiënt (zie pag.
16 en 17).
3.
Stel de MODUS keuzeschake-
laar in op "SINGLE".
5.
Druk op de START knop om de
meting te starten.
•
Druk niet op de START knop als
de manchet niet om de arm van
de patiënt is aangebracht.
•
Als de oppompdruk onvoldoende
is om de meting correct uit te
voeren kan de bloeddrukmeter
automatisch de manchet opnieuw
oppompen tot een hogere waarde.
•
Indien u de meting wenst te stop-
pen, drukt u op de STOP knop. De
manchet wordt dan snel ontlucht.
7.
Druk op de ON/OFF knop
om de bloeddrukmeter uit te
schakelen.
16
(in SINGLE modus)
2.
4.
ON/OFF
START
HIDE
P-SET
MODE
SINGLE
140
180
AVG.
MANU.
220
CHECK
100
STOP
260
AUTO
280
6.
ON/OFF
START
HIDE
P-SET
MODE
SINGLE
140
180
AVG.
MANU.
220
CHECK
100
STOP
260
AUTO
280
Als de bloeddrukmeter tijdens de meting trillingen
ON/OFF
registreert (bijvoorbeeld spreken) of vaststelt dat de
gemeten waarde niet correct is, dan verschijnt er een
START
HIDE
Error-melding (Er1 t/m 9) op de display. Raadpleeg
P-SET
MODE
dan de tabel op pag. 23 en herhaal de meting.
SINGLE
140
180
AVG.
MANU.
220
CHECK
100
STOP
260
AUTO
280
Druk op de ON/OFF knop
om de bloeddrukmeter in te
schakelen.
Stel P-SET (instellen van de
druk) in op "AUTO" of op de
gewenste oppompdruk.
•
Wanneer de P-SET op "AUTO"
wordt ingesteld, draait u de knop
zo ver naar links tot u het klikge-
luid hoort.
•
Wanneer u verwacht dat de sys-
tolische druk boven 220 mmHg
zal zijn, is een juiste inÀ atie in de
"AUTO" instelling niet mogelijk.
•
Stel de gewenste oppompdruk
in op 30 tot 40 mmHg boven de
verwachte systolische druk.
De gemeten resultaten wor-
den weergegeven.
Als de bloeddrukmeter gebruikt
wordt met de batterijvoeding
zal de bloeddrukmeter zich-
zelf na 5 minuten automatisch
uitschakelen. De gemeten
waarden verdwijnen dan.
ON/OFF
START
HIDE
P-SET
MODE
SINGLE
140
180
AVG.
MANU.
220
CHECK
100
STOP
260
AUTO
280
ON/OFF
START
HIDE
P-SET
MODE
SINGLE
140
180
AVG.
MANU.
220
CHECK
100
STOP
260
AUTO
280
SYS
mmHg
DIA
mmHg
PULSE
BPM
HIDE