Monsterbuisjes inloggen:
10 Elke cirkel staat voor de locatie van een monsterbuisje in het monsterrek.
Effen blauw geeft een toegewezen locatie voor enkelvoudige/dubbele assays aan of het
eerste ingevoerde testtype als twee compatibele assays in hetzelfde rek worden uitgevoerd.
Effen kastanjebruin geeft een tweede assay aan wanneer twee compatibele assays in
hetzelfde rek worden uitgevoerd.
Effen lichtgrijs geeft de volgende locatie aan.
Effen donkergrijs geeft de ongebruikte locatie aan.
De eerste beschikbare positie voor het monster van een patiënt is C1. Tik op het pictogram
"C1". Het venster Specimen Tube Login (Monsterbuisjes inloggen) (afbeelding 4-2) wordt
geopend:
Afbeelding 4-2 – Het venster Specimen Tube Login (Monsterbuisjes inloggen)
11 Typ of scan het volgnummer/de barcode van het monster. Het volgnummer is een optionele
vermelding. Volgnummers kunnen maximaal 20 tekens lang zijn maar mogen de volgende
tekens niet bevatten:
* ? [ ] ! # |
12 Als het buisje een optionele QC-buisje is, doet u het volgende:
•
Tik op het selectievakje "Rehydrate" (Opnieuw hydrateren) om het instrument het
buisje (SDA-assays) opnieuw te laten hydrateren. In het veld Lot Number (Lotnummer)
kunt u een optioneel lotnummer tot maximaal 20 tekens scannen of invoeren.
Selecteer het keuzerondje Positive (Positief) of Negative (Negatief). Tik op de knop
"Save" (Opslaan) om de informatie op te slaan.
•
Tik op het selectievakje "External control" (Externe controle) als u niet wilt dat het
instrument het buisje opnieuw hydrateert (d.w.z. dat u het buisje zelf opnieuw gaat
hydrateren). Voer in het veld Manufacturer Id (Fabrikant-ID) de optionele informatie
over de externe controle in. In het veld Lot Number (Lotnummer) kunt u een optioneel
lotnummer tot maximaal 20 tekens scannen of invoeren. Selecteer het keuzerondje
Positive (Positief) of Negative (Negatief). Tik op de knop "Save" (Opslaan) om de
informatie op te slaan.
U kunt optionele QC-buisjes afzonderlijk of in paren (+ en -) aangeven.
4 - Bewerking
61