Gebruikershandleiding van het BD Viper™ LT-systeem
Last Tube (Laatste buisje):
Het veld Last Tube: (Laatste buisje) wordt weergegeven nadat er een monsterbuisje is
ingelogd en opgeslagen. In dit veld staat de locatie van het laatste ingelogde of verwijderde
monsterbuisje. Bij QC-paren wordt onder de locatie het nummer van de controleset
weergegeven; bij monsterbuisjes wordt het volgnummer weergegeven (indien ingevoerd).
Voor verwijderde buisjes wordt het woord "Deleted" (Verwijderd) rechts van de locatie
weergegeven (bijv. B02 - Deleted).
Het venster Lot Numbers (Lotnummers)
Wanneer monsters en reagentia worden ingelogd, wordt het venster Lot Numbers (Lotnummers)
ingevuld met de toegewezen lotnummers voor deze typen reagens: QC-kitnummers, assay-
kitnummers (microwells/PCR-buisjes), lotnummer verdunningsmiddel (PCR) en lotnummers van
de extractiebuisjes. De locaties van de toegewezen lotnummers worden ook weergegeven. Als
er een tweede lot voor een bepaald type reagens wordt gebruikt, wordt die op een tweede regel
onder de reagenskop weergegeven. Deze informatie in dit venster kan alleen worden gelezen.
Rekindeling
Elke cirkel staat voor de locatie van een monsterbuisje in het monsterrek. De cirkelkleuren
komen overeen met het assay-type en of er resultaten uit het rapport worden onderdrukt.
Positieve controles worden met het plusteken (+) in de cirkel aangegeven. Negatieve controles
worden met het minteken (-) in de cirkel aangegeven. Opnieuw gehydrateerde monsters worden
met een druppel in de cirkel aangegeven.
U logt een buisje in door op een beschikbare locatie te tikken en de velden in te vullen, zoals
hieronder en in paragraaf 4.4.1 wordt beschreven.
Monsterbuisjes moeten achtereenvolgens over de rijen van links naar rechts en van de onderste
naar de bovenste rij (A1, B1, C1 ...) worden toegevoegd.
Zie paragraaf 4.4.1 voor stapsgewijze informatie over het inloggen van monsterbuisjes en
QC-buisjes.
100