PIXEL MAPPING
......................................................Beeldbewerkingsfuncties controleren
Met de functie Pixel Mapping kan de camera de CCD en de beeldbewerkingfuncties
controleren en bijstellen. U hoeft deze functie niet vaak uit te voeren. Wij raden u
aan dit één keer per jaar te doen. Wacht ten minste één minuut na het nemen of
bekijken van foto's om de functie pixel mapping optimaal te laten functioneren. Als
u tijdens pixel mapping de camera uitschakelt, dient deze procedure opnieuw
uitgevoerd te worden.
Selecteer [PIXEL MAPPING]. Zodra [START] verschijnt, drukt u op .
K / q
.........................................................De camera aanzetten met de
YES / NO
Deze functie wordt gebruikt om de camera in te schakelen als K of q wordt
ingedrukt.
s
.............................................................................. Helderheid van de monitor aanpassen
BRIGHT / NORMAL
BEEP
.....Het volume van het functiegeluid als de knoppen worden ingedrukt aanpassen
OFF (Geen geluid) /
8
........................... Het volume van het waarschuwingsgeluid van de camera aanpassen
OFF (Geen geluid) /
SHUTTER SOUND
OFF (Geen geluid) /
VOLUME
.............................................................Het volume tijdens weergeven aanpassen
SETUP
1
BEEP
2
3
SHUTTER SOUND
VOLUME
BACK
OK
MENU
SET
LOW
/ HIGH
LOW
/ HIGH
....................................... Het volume van de ontspanknop aanpassen
LOW
/ HIGH
• Druk op ON om het volume aan te passen.
• U kunt het volume op een van de vijf niveuas instellen of het
geluid uit zetten.
q
K
- of
-knop
27
NL