4
Maak de opname.
Foto's maken
1) Stel scherp.
●
Druk de ontspanknop lichtjes half in.
Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
●
Als [!] knippert op het scherm,
verplaatst u de [ ]-schakelaar om de
flitser open te klappen. De flitser wordt
geactiveerd wanneer u een opname
maakt. Als u de flitser niet wilt gebruiken,
duwt u deze omlaag met uw vinger.
2) Maak de opname.
●
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
In omstandigheden met weinig licht,
wordt de flitser automatisch geactiveerd
wanneer deze is opgeklapt.
●
De opname wordt ongeveer 2 seconden
op het scherm weergegeven.
●
Zelfs wanneer de opname nog op het
scherm staat, kunt u de ontspanknop
nogmaals indrukken om een volgende
opname te maken.
Films opnemen
1) Start met opnemen.
●
Druk op de filmknop om de opname te
starten. Op het scherm verschijnen
[
REC] en de verstreken tijd.
●
Boven en onder in het scherm worden
zwarte balken weergegeven. De zwarte
balken geven beeldgebieden aan die niet
worden vastgelegd.
●
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
●
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de filmknop.
2) Voltooi de opname.
●
Druk nogmaals op de filmknop om de
filmopname te stoppen.
●
Een oranje AF-kader wordt weergegeven met [
niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Er wordt geen foto gemaakt, zelfs als u de ontspanknop volledig
indrukt.
●
Als u een lens gebruikt met ondersteuning voor Dynamic IS
( = 79), past de camera het bereik aan dat wordt weergegeven
op het scherm om het onderwerp groter te maken wanneer u
begint met het opnemen van een film.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en M-modus
Tv-, Av-, M- en C-modi
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
] als de camera
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
25