Download Print deze pagina

Advertenties

De vaste aansluiting mag alleen door een elektri-
cien worden aangelegd. Wij adviseren een aard-
lekschakelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring
naar het apparaat te installeren.
Een beschadigd apparaat of een beschadigd net-
snoer is gevaarlijk.
Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat
van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de
stekker van het netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is bescha-
digd, dan direct de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact halen of de zekering in de meter-
kast uitschakelen.
Contact opnemen met de servicedienst.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag re-
paraties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
De vetafzettingen in de vetfilters kunnen ontbranden.
De vetfilters regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Wijzigingen aan de elektrische of mechanische op-
bouw zijn gevaarlijk en kunnen leiden tot functiesto-
ringen.
Geen wijzigingen aan de elektrische of mechani-
sche opbouw aanbrengen.
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
transportschade en de volledigheid van de levering.
→ Fig.
1
De inbouwunit heeft 5 aansluitopeningen: 4 aansluit-
openingen aan de bovenzijde van het apparaat en
één aansluiting tegenover de uitblaasopening.
Er worden 2 aansluitstukken met een diameter van
150 mm meegeleverd. Andere aansluitstukken kunt
u verkrijgen onder het bestelnummer 653556.
Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
→ Fig.
2
Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aanslui-
ten, dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische
schok!
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen
de aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
De aansluitgegevens zijn te vinden op het type-
¡
plaatje.
Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschrif-
¡
ten van de EG.
Het apparaat is conform de beschermingsklasse
¡
1. Daarom het apparaat alleen met een aard-
draadaansluiting gebruiken.
Sluit het apparaat tijdens de montage niet op de
¡
voedingsspanning aan.
Aanwijzingen m.b.t. de inbouwsituatie
Voor de montage van extra speciale accessoires
¡
de daarbij meegeleverde installatiehandleiding
aanhouden.
50
Aanwijzingen m.b.t. de luchtafvoerleiding
De fabrikant van het apparaat geeft geen garantie bij
klachten die te wijten zijn aan het buizentraject.
Een korte, rechte afvoerbuis met een zo groot mo-
¡
gelijke buisdiameter gebruiken.
Lange, ruwe afvoerbuizen, vele buisbochten of
¡
kleine buisdiameters verminderen het afzuigver-
mogen en verhogen het ventilatorgeluid.
Een afvoerbuis van niet brandbaar materiaal ge-
¡
bruiken.
Platte buizen
Platte buizen gebruiken waarvan de binnendoorsne-
de met de diameter van de ronde buizen overeen-
komt:
Diameter 150 mm komt overeen met ca. 177 cm².
¡
Gebruik bij een afwijkende buisdiameter een af-
¡
dichtstrip.
Geen platte buizen met scherpe bochten gebrui-
¡
ken.
Ronde buizen
Ronde buizen met een binnendiameter van 150 mm
gebruiken.
Algemene aanwijzingen
Neem deze algemene aanwijzingen bij de installatie
in acht.
Bij de installatie moeten de actuele geldige bouw-
¡
voorschriften en de voorschriften van de plaatselij-
ke stroom- en gasleverancier in acht worden ge-
nomen.
Bij het afvoeren van afvoerlucht moeten de officië-
¡
le en wettelijke voorschriften, zoals bijv. de plaat-
selijke bouwverordeningen, in acht worden geno-
men.
De oppervlakken van het apparaat zijn gevoelig.
¡
Vermijd beschadigingen bij de montage.
Aanwijzingen voor de wandmontage
Houd deze aanwijzingen aan bij de wandmontage.
Verifieer of de wand vlak en loodrecht is en vol-
¡
doende draagvermogen heeft.
Afhankelijk van de bouwwijze, bijv. massief metsel-
¡
werk, Rigips, gasbeton of Poroton-metselsteen, de
juiste bevestigingsmiddelen gebruiken.
Zorg ervoor dat zich in het bereik van de boringen
¡
geen stroomleidingen, gasleidingen of waterleidin-
gen bevinden.
Zorg ervoor dat de diepte van de boorgaten over-
¡
eenstemt met de lengte van de schroeven en dat
de pluggen stevig vast zitten.
Het maximale gewicht van de ventilatormodule be-
¡
draagt ca. 14 kg.

Installatie

Apparaat voorbereiden
Vereiste: Houd rekening met de uitblaasrichting. Op
de behuizing van het apparaat geven de pijlen de
luchtrichting aan.
Monteer de benodigde aansluitstukken op het ap-
1.
paraat.
→ Fig.
3
Sluit de overige aansluitopeningen af met de mee-
2.
geleverde platen.
→ Fig.
4
Het apparaat staat op rubberen voeten. Een be-
vestiging met de vloer is niet nodig.

Advertenties

loading