Gimbal en camera
Kenmerken van de gimbal
De 3-assige gimbal stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto's en video-opnamen
kunt maken. De bediening van het kantel-bereik is van -90° tot +35° en de bediening van het
kantelbereik is van -5° tot +5°.
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te
bedienen. U kunt ook doen via de cameraweergave in DJI Fly. Druk op het scherm totdat de
instelbalk van de camera verschijnt. Sleep de balk omhoog of omlaag om de kanteling te
regelen en naar links of rechts om de pan te bedienen.
Bedieningsstanden voor de gimbal
Er zijn twee bedieningsstanden voor de gimbal beschikbaar. Schakel tussen de verschillende
bedrijfsmodi in Instellingen > Bediening in DJI Fly.
Volgmodus: de kantelhoek van de gimbal blijft stabiel ten opzichte van het horizontale vlak.
Gebruikers kunnen de kanteling van de gimbal aanpassen. Deze modus is geschikt voor het
maken van foto's.
FPV-modus: als de drone vooruitvliegt wordt de gimbal gesynchroniseerd met de beweging van
de drone om de vliegervaring te beleven alsof u zelf in de cockpit zit.
• Tik of klop NIET op de gimbal wanneer de drone is ingeschakeld. Laat de drone vanaf
een open en vlakke ondergrond opstijgen om de gimbal tijdens het opstijgen te
beschermen.
• Zorg er na het installeren van de groothoeklens voor dat de gimbal vlak en naar voren
gericht is voordat u opstijgt, zodat de drone de installatiestatus van de groothoeklens
correct kan detecteren. De gimbal is waterpas wanneer de drone wordt ingeschakeld. Als
de gimbal draait, centreer de gimbal dan als volgt met de afstandsbediening of DJI Fly:
a. Tik op Gimbal opnieuw centeren op de pagina Instellingen > Bediening van DJI Fly.
b. Druk op de aanpasbare C1-knop op de afstandsbediening (de standaardfunctie
centreert het gimbalsysteem opnieuw en wijst het gimbalsysteem naar beneden, dit
kan worden aangepast).
• Pano- en asteroïdefuncties zijn niet beschikbaar nadat de groothoeklens is
geïnstalleerd.
• Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken door een botsing of stoten,
waardoor de gimbal abnormaal zal functioneren.
• Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal, met name in de motoren, terecht komt.
• Een gimbalmotor kan in de volgende situaties in de beschermingsmodus gaan: a. De drone
bevindt zich op een oneffen oppervlak en de gimbal wordt belemmerd. b. De gimbal wordt
blootgesteld aan een buitensporige kracht van buitenaf, zoals tijdens een botsing.
35°
0°
-90°
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
-5°
5°
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
61