Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
MasterShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauzeknop of tik op
remt en zweeft.
• Gebruik MasterShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig
zijn. Zorg ervoor dat personen, dieren of andere obstakels buiten de vliegroute blijven.
Wanneer de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen,
remt en zweeft de drone op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd.
• Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met
de drone te voorkomen.
• Gebruik MasterShots NIET in een van de volgende situaties:
a. Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
b. Wanneer het object dezelfde kleur of structuur heeft als de omgeving.
c. Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
d. Wanneer het onderwerp snel beweegt.
e. Wanneer de belichting extreem zwak (< 300 lux) of sterk (> 10.000 lux) is.
• Gebruik MasterShots NIET op plaatsen in de buurt van gebouwen of waar het GNSS-
signaal zwak is, anders kan de vliegroute onstabiel worden.
• Houd u tijdens het gebruik van MasterShots aan de lokale privacywetgeving en
regelgeving.
QuickShots
De opnamestanden van QuickShot zijn: Raket, Dronie, Cirkel, Spiraal, Boomerang en Asteroid.
De drone neemt op volgens de geselecteerde opnamestand en maakt automatisch een korte
video. De video kan via afspelen worden bekeken, bewerkt of gedeeld op sociale media.
Dronie: De drone vliegt achteruit en omhoog, met de camera op het object gericht.
Raket: De drone stijgt op met de camera naar beneden gericht.
Cirkel: De drone vliegt rondjes rondom het object.
Spiraal: De drone stijgt en draait rond het object.
Boemerang: De drone vliegt in een ovale route rond het onderwerp, stijgt op terwijl het
wegvliegt van het startpunt en daalt terwijl het achterwaarts vliegt. Het startpunt van de
drone vormt het ene uiteinde van de lange as van het ovaal, terwijl het andere uiteinde
zich aan de andere kant van het object bevindt vanaf het startpunt.
Asteroid: De drone vliegt achteruit en omhoog, maakt meerdere foto's en vliegt
vervolgens terug naar het startpunt. De gegenereerde video begint met een panorama
vanaf de hoogste positie en toont vervolgens het uitzicht van de drone wanneer het daalt.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Boemerang. Zorg voor een radius
van minimaal 30 meter rond de drone en minimaal 10 meter ruimte boven de drone.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Asteroid. Zorg voor minimaal
40 m achter en 50 m boven de drone.
32
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
in DJI Fly om MasterShots te verlaten. De drone