Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Waypoint-vlucht
Met Waypoint-vlucht kan de drone tijdens een vlucht beelden vastleggen volgens de route
van de waypoint-vlucht die door de vooraf ingestelde waypoints wordt gegenereerd. Aan de
waypoints kunnen Points of Interest (POI) gekoppeld worden. De koers zal tijdens de vlucht naar
de POI wijzen. Een waypoint-vluchtroute kan worden opgeslagen en herhaald.
Waypoint-vlucht gebruiken
1. Waypoint-vlucht inschakelen
Tik op
links van de cameraweergave in DJI Fly om Waypoint-vlucht in te schakelen.
2. Waypoint-instellingen
Waypoint vastpinnen
Waypoints kunnen worden vastgepind via de kaart voordat u opstijgt.
Waypoints kunnen na het opstijgen via de volgende methoden worden vastgepind, GNSS is vereist.
•
Gebruik van de afstandsbediening: druk eenmaal op de C1-knop om een waypoint vast te
pinnen.
•
Het bedieningspaneel gebruiken: tik op
te pinnen.
•
De kaart gebruiken: ga naar de kaart en tik erop om een waypoint vast te pinnen. De
standaardhoogte van een waypoint via de kaart is ingesteld op 50 m vanaf het startpunt.
Tik op een waypoint en houd deze ingedrukt om de positie op de kaart te verplaatsen.
• Het wordt aanbevolen om waypoints vast te leggen wanneer u naar de locatie vliegt
voor een nauwkeuriger en soepeler beeldresultaat.
• De horizontale GNSS-positie van de drone, de hoogte vanaf het opstijgpunt, de koers
en de gimbalkanteling worden geregistreerd als het waypoint wordt vastgezet via de
afstandsbediening en het bedieningspaneel.
• Verbind de afstandsbediening met het internet en download de kaart voordat u de
kaart gebruikt om een waypoint vast te pinnen. Wanneer het waypoint via de kaart
wordt bepaald, kan alleen de horizontale GNSS-positie van de drone worden vastgelegd.
• De vliegroute buigt tussen de waypoints en de hoogte van de drone kan tijdens de
vliegroute afnemen. Zorg ervoor dat u obstakels hieronder vermijdt bij het instellen
van een waypoint.
36
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
op het bedieningspaneel om een waypoint vast