Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Drone
De DJI Mavic 3 Pro bevat een vluchtcontroller, video-downlinksysteem, zichtsystemen,
infrarooddetectiesysteem, voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
Vliegmodi
De DJI Mavic 3 Pro ondersteunt de volgende vliegmodi. De vliegmodi kunnen worden gewisseld
via de vliegmodusschakelaar op de afstandsbediening.
Normale modus
De drone maakt gebruik van GNSS, de horizontale, opwaartse en neerwaarts zichtsystemen
en het infrarooddetectiesysteem om zichzelf te lokaliseren en stabiliseren. Wanneer het GNSS-
signaal sterk is, gebruikt de drone GNSS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer
de GNSS zwak is, maar de lichtomstandigheden en andere omgevingsomstandigheden
voldoende zijn, gebruikt het de zichtsystemen. Wanneer de zichtsystemen zijn ingeschakeld
en de licht- en ander omgevingsomstandigheden voldoende zijn, dan is de maximale
vlieghoogtehoek 30° en de maximale vliegsnelheid 15 m/s.
Sportmodus
In de Sport-stand gebruikt de drone GNSS voor positionering. De reacties van de drone zijn
geoptimaliseerd voor wendbaarheid en snelheid, waardoor het beter reageert op bewegingen van
de joystick. Opmerking: Obstakelvermijding is uitgeschakeld en de maximale vliegsnelheid is 21 m/s.
Cinemodus
De Cine-modus is gebaseerd op de normale stand met een gelimiteerde vliegsnelheid,
waardoor de drone stabieler is tijdens het maken van opnames.
Als de drone in de EU vliegt, schakelt de drone over naar de lagesnelheidsmodus wanneer de
vliegmodus op de afstandsbediening op C wordt gezet. De lagesnelheidsmodus beperkt de
maximale horizontale vliegsnelheid tot 2,8 m/s op basis van de normale modus en er is geen
limiet voor de stijg- of daalsnelheid.
De drone schakelt automatisch naar de Attitude-stand (ATTI) wanneer de zichtsystemen niet
beschikbaar of uitgeschakeld zijn en het GNSS-signaal zwak is of het kompas storing ondervindt.
In de hoogtestand (ATTI) wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving.
Omgevingsfactoren, zoals wind, kunnen leiden tot horizontale kanteling. Hierdoor kunnen er
gevaarlijke situaties ontstaan, vooral wanneer in krappe ruimtes wordt gevlogen. De drone
kan niet automatisch bewegen of remmen. Daarom moet de piloot de drone zo snel mogelijk
landen om ongevallen te voorkomen.
• De vluchtmodus is alleen geldig voor handmatige vlucht en Cruisecontrole.
• De zichtsystemen zijn in de Sportstand uitgeschakeld, wat betekent dat de drone
obstakels op zijn route niet automatisch kan detecteren. De gebruiker moet alert blijven
op de omgeving en de drone besturen om obstakels te vermijden.
• De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter
in de Sportmodus. Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van
30 m vereist.
42
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.