• In ondersteunde bewegende onderwerpen verwijzen voertuigen en boten naar auto's
en kleine tot middelgrote jachten. Volg GEEN op afstand bediende modelauto of boot.
• Het gevolgde object kan onbedoeld wisselen naar een ander object als ze elkaar
passeren.
• FocusTrack is uitgeschakeld in de Verkenstand, of bij opnamen in 5.1K en 120 fps en
hoger, en Apple ProRes 422HQ/422/422LT.
• Wanneer de verlichting onvoldoende is en de zichtsystemen niet beschikbaar zijn,
kunnen Spotlight en POI nog steeds worden gebruikt voor statische onderwerpen.
Obstakeldetectie is dan echter niet beschikbaar. ActiveTrack kan niet worden gebruikt.
• FocusTrack is niet beschikbaar wanneer de drone op de grond staat.
• FocusTrack functioneert mogelijk niet goed wanneer de drone in de buurt van de
vluchtlimieten of in een GEO-zone vliegt.
MasterShots
MasterShots houdt het onderwerp in het midden van het beeld terwijl het verschillende
manoeuvres achter elkaar uitvoert om een korte video te maken.
MasterShots gebruiken
1. Start de drone en laat deze minstens 2 m boven de grond zweven.
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om MasterShots te selecteren en lees de
instructies. Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er
geen obstakels in de omgeving zijn.
3. Sleep en selecteer uw doelobject in de cameraweergave, stel het vluchtbereik in. Tik op Start
om de opname te starten. De drone vliegt terug naar zijn oorspronkelijke positie zodra de
opname is voltooid.
4. Tik op
om de video te openen, bewerken of delen op sociale media.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
2 m
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
31