Koken met de programmafunctie
Er zijn 11 programma' s beschikbaar met voor-
geprogrammeerde tijd en temperatuur.
1. Selecteer eerst de kookzone. Sensorveld 1 20 voor
de linker zone, sensorfeld 2 35 voor de rechter zone
of sensorfeld
schreven in het hoofdstuk "Algemeen". Vervol-
gens knippert het corresponderende sensorveld 1, 2
of
.
2. Raak het gewenste sensorveld 23 tot 33 aan.
Voor het programma "Fruit drogen"
hoofdstuk "Fruit drogen".
Voor het programma "Warmhoudfunctie" 33, zie
het hoofdstuk over de Warmhoudfunctie.
23
Standaardinstelling "Friet"
18 minuten op 200 °C
24
Standaardinstelling "Kip"
20 minuten op 180 °C
25
Standaardinstelling "Biefstuk/kotelet"
12 minuten op 180 °C
26
Standaardinstelling "Garnalen"
12 minuten op 180 °C
21b
21a
68
15 voor beide zones, zoals be-
32, zie het
23
24
25
26
20
16
27
Standaardinstelling "Cake"
30 minuten op 160 °C
28
Standaardinstelling "Groenten"
10 minuten op 180 °C
29
Standaardinstelling "Vis"
10 minuten op 180 °C
30
Standaardinstelling "Spiesjes"
12 minuten op 180 °C
31
Standaardinstelling „Bevroren"
25 minuten op 180 °C
32
Standaardinstelling „Fruit drogen"
120 minuten op 50 °C
33
Standaardinstelling „Warmhoudfunctie"
60 minuten op 60 °C
Het geselecteerde programma wordt weergegeven
met de bijbehorende kookzone die knippert.
3. Start het programma met het sensorveld
De temperatuur van het programma wordt
afwisselend weergegeven, eerst knipperend
en dan de tijd. De kooktijd en/of de tempera-
tuur kunnen op elk moment voor en tijdens het gebruik
naar wens worden gewijzigd zoals beschreven onder
'Handmatige voorselectie van de kooktijd en de
temperatuur'.
27
28
29
30
33
15
31
32
35
16.
34b
34a