Menu 1.9.5 - instellingen koeling (benodig-
de accessoire)
delta op +20 °C
Instelbereik: 3 - 10 °C
Standaardwaarde: 3
delta op +40 ℃
Instelbereik: 3 - 10 °C
Standaardwaarde: 6
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Instelbereik: 5 - 40 °C
Standaardwaarde: 21
verw. bij ondertemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
koeling bij overtemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
passieve koeling starten
Instelbereik: 10 – 200
Fabrieksinstelling: 30 GM
actieve koeling starten
Instelbereik: 10 – 300
Standaardwaarde: 0
graden minuten koeling
Instelbereik: -3000 - 3000 graadminuten koeling
Fabrieksinstelling: 0
tijd t. schakelen warm/koel
Instelbereik: 0 - 48 u
Standaardwaarde: 2
bedrijfsmodus auto EQ1-GP12
Hier stelt u in of u wilt dat de koelpomp (GP12) in
de automatische bedrijfsstand draait.
snelheid koelpomp
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 70%
U kunt de VVM 500 gebruiken om de woning tijdens
warme perioden te koelen.
LET OP!
Bepaalde instellingsopties ziet u alleen als hun
functie is geïnstalleerd en geactiveerd in
VVM 500.
44
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
delta op +20 °C
Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuur-
verschil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar
het klimaatsysteem tijdens het koelen bij een buiten-
temperatuur van +20 °C. De VVM 500 probeert vervol-
gens zo goed mogelijk in de buurt van de ingestelde
temperatuur te blijven.
delta op +40 ℃
Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuur-
verschil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar
het klimaatsysteem tijdens het koelen bij een buiten-
temperatuur van +40 °C. De VVM 500 probeert vervol-
gens zo goed mogelijk in de buurt van de ingestelde
temperatuur te blijven.
gebruik ruimtesensor
Hier kunt u instellen of er kamertemperatuursensoren
moeten worden gebruikt in de koelstand.
verw/koel sens.
LET OP!
Als de ruimtesensor voor koeling/verwarming
(BT74) is geïnstalleerd en geactiveerd in de
VVM 500, kunt u een andere sensor selecteren
voor regeling van de VVM 500.
Hier kunt u instellen welke sensor moet aansturen bij
welke binnentemperatuur VVM 500 moet overschake-
len tussen respectievelijk verwarmen en koelen.
inst pt-wrd koel/verw-sensor
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegeven
als een ruimtesensor voor koeling/verwarming
(BT74) is geïnstalleerd en geactiveerd in de
VVM 500.
Hier kunt u instellen bij welke binnentemperatuur
VVM 500 moet schakelen tussen respectievelijk verwar-
ming en koeling.
verw. bij ondertemp. kamer
LET OP!
Deze insteloptie verschijnt alleen als een
ruimtevoeler is aangesloten op de VVM 500
en is geactiveerd.
Hier kunt u zien hoever de kamertemperatuur onder
de gewenste temperatuur kan dalen voordat de
VVM 500 overschakelt naar verwarmen.
NIBE™ VVM 500