Instellingen
BT30
AA1-X3
AA1-SF1
AA1-X7
Elektrische bijverwarming - maximaal vermo-
gen
Het elektrische verwarmingselement kan worden inge-
steld op max. 9 kW. De instelling is bij levering 9 kW.
Het vermogen van het elektrische verwarmingselement
is onderverdeeld in 4 stappen, zie de tabel.
Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-
ming wordt ingesteld in menu 5.1.12..
Vermogensstappen van het elektrische verwar-
mingselement
Elektrische
Max. (A) L1
bijverwar-
ming (kW)
0
0,0
2
0,0
4
0,0
6
8,7
9
8,7
De tabel toont de max. fasestroom voor de betreffende
elektrische stap voor de binnenmodule.
Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de
binnenmodule de fasestromen. Bij overbelasting in een
fase wordt de stroom omgeschakeld naar (een) andere
fase(n).
Bij overbelasting van de ingestelde zekeringgrootte,
waarbij de geïnstalleerde warmtepomp frequentiege-
regeld is, wordt eerst de vermogenstrap van het elek-
trische verwarmingselement uitgeschakeld en daarna
wordt de compressor beperkt.
26
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
VVM 500
Max. (A) L2
Max. (A) L3
0,0
0,0
8,7
0,0
8,7
8,7
8,7
8,7
16,2
16,2
Noodstand
Indien de binnenmodule is ingesteld op de noodstand
(SF1 is ingesteld op
), worden uitsluitend de meest
benodigde functies geactiveerd.
De warmtapwatercapaciteit wordt beperkt.
■
De laadmonitor is niet aangesloten.
■
Vaste temperatuur in de aanvoerleiding, zie hoofd-
■
stuk Noodstand thermostaat op pagina 26.
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand
Het vermogen van de elektrisch verwarmings element
in de noodstand wordt ingesteld met een dip-switch
schakelaar (SF1) op de printplaat van de elektrisch
verwarmings element (AA1) volgens de onderstaande
tabel. De fabrieksinstelling is 6 kW.
kW
1
2
2
uit
uit
4
uit
uit
6
aan
uit
9
aan
uit
In de afbeelding wordt de dip-switch schakelaar (AA1-
SF1) in de fabrieksinstelling getoond, d.w.z. 6 kW.
Noodstand thermostaat
De aanvoertemperatuur wordt in de noodstand inge-
steld met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan wor-
den ingesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld
vloerverwarming) of 45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
Vergrendeling vermogen
De VVM 500 voldoet aan de geldende bouwvoorschrif-
För frånluftsvärme!
ten (BBR). Dit betekent dat de maximale vermogensaf-
gifte (maximaal geïnstalleerd elektrisch vermogen voor
verwarming) in menu 5.1.13 kan worden vergrendeld.
Om de maximale vermogensafgifte dan te wijzigen,
moeten delen van het product worden vervangen.
K
L E
3
4
5
uit
uit
aan
aan
uit
aan
aan
uit
aan
aan
aan
aan
För markvärme!
K
L E
NIBE™ VVM 500
6
uit
uit
uit
aan