Batterijen
De DC200/DC210 wordt geleverd met vier AA-batterijen. U mag standaard 1,5V
alkaline-, 1,5V lithium- of herlaadbare 1,2V Ni-Cd- of Ni-MH-batterijen
gebruiken.
Het batterijpictogram verandert automatisch. U kunt het niet selecteren of
wijzigen.
Vol—de batterijen zijn vol.
Bijna leeg—de batterijen moeten worden vervangen.
Knipperend pictogram—de camera kan niet meer worden aangezet.
De batterijen moeten worden vervangen.
De foto's op de geheugenkaart gaan niet verloren als de batterijen
leeg zijn.
Ga als volgt te werk om de batterijen te plaatsen:
2-12
1
Leg uw duim op het klepje van de
batterijruimte.
2
Schuif het klepje van de camera vandaan.
3
Plaats de batterijen zoals wordt aangegeven op
het klepje en sluit het klepje weer.
Verwijder de batterijen als u de camera
langere tijd niet meer gaat gebruiken.
Hierdoor verlengt u de batterijduur en
voorkomt u dat de camera beschadigd raakt
door lekken van de batterijen of corrosie. Als
u de batterijen meer dan een paar minuten uit
de camera laat, worden de datum en de tijd
gewist en moet u deze opnieuw instellen.