Om te zorgen dat u de foto in close-up correct neemt, wordt de
voorvertoningsoptie automatisch gestart wanneer u op de close-upknop
drukt. Zie "Foto's van tevoren bekijken (voorvertoning)" op pagina 2-2
voor meer informatie. Als u de voorvertoningsfunctie wilt uitschakelen,
drukt u op de actieknop.
Ga als volgt te werk om de close-upfunctie in te schakelen:
Zo schakelt u de close-upfunctie uit: druk nogmaals op de close-upknop; het
close-uppictogram verdwijnt van de statusdisplay. De close-upfunctie wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer u de camera uitzet.
Flitser
De DC200/DC210 is voorzien van een ingebouwde flitser met optionele
inschakelbare rode-ogenreductie. De flitser heeft een effectief bereik van
ongeveer 0,7 tot 3 m voor de DC200 en van 0,5 tot 3 m voor de DC210. Er zijn
vijf verschillende flitserinstellingen:
Automatisch—de flitser werkt automatisch wanneer u op de
sluiterknop drukt en de camera vaststelt dat er onvoldoende licht is.
Dit is de standaardinstelling.
Automatische rode-ogenreductie—werkt hetzelfde als
Automatisch, behalve dat de flitser eenmaal flitst voordat de foto
wordt genomen om de kans op rode ogen te verkleinen. Wanneer de
foto wordt genomen, flitst de flitser nogmaals.
1
Stel de keuzering in op
Capture (opname).
2
Zet de camera aan.
3
Druk op de close-upknop.
Het close-uppictogram
verschijnt op de
statusdisplay.
4
Bekijk het te fotograferen
voorwerp op het LCD-
scherm om de foto correct te
nemen.
2
2-9