5.5
Toegangsbesturing
Uit oogpunt van veiligheid tegen onbevoegde of onbedoelde verstelling kan de apparaatbesturing worden
vergrendeld. De toegangsblokkering werkt als volgt:
•
Parameters en instellingen in het apparaatconfiguratiemenu, in het expertmenu en in het functiever-
loop worden weergegeven, maar kunnen niet worden gewijzigd.
•
Het lasproces kan niet worden omgeschakeld.
De parameters voor de instelling van de toegangsblokkering wordt in het apparaatconfiguratiemenu inge-
steld > zie hoofdstuk 5.7.
Toegangsblokkering activeren
•
Toegangscode voor toegangsblokkering instellen: selecteer parameter
•
Toegangsblokkering activeren: zet parameter
De activering van de toegangsblokkering wordt met signaallampje "Toegangsblokkering geactiveerd"
weergegeven > zie hoofdstuk 4.2.
Toegangsblokkering opheffen
•
De toegangscode voor toegangsblokkering invoeren: selecteer parameter
voerde cijfercode in (0-999).
•
Toegangsblokkering deactiveren: zet parameter
toegangsblokkering kan alleen door de invoer van het eerder geselecteerde cijfercode worden ge-
deactiveerd.
5.6
Begrenzing vlambooglengte (USP)
De functie vlambooglengtebegrenzing
spanning (ongewone hoge afstand tussen elektrode en werkstuk). De functie kan procesafhankelijk in het
desbetreffende expertmenu worden aangepast:
Elektrode lassen > zie hoofdstuk 5.2.8
TIG-lassen > zie hoofdstuk 5.3.9
De vlambooglengtebegrenzing kan voor cel-karakteristieken (indien aanwezig) niet worden gebruikt.
099-002130-EW505
09.09.2024
op toegangsblokkering geactiveerd
op toegangsblokkering gedeactiveerd
stopt het lasproces bij de detectie van een te hoge vlamboog-
Opbouw en functie
Toegangsbesturing
en een cijfercode (0-999).
.
en voer de eerder inge-
. De
39