De stroomafgifte handmatig getrapt bijstellen
Als de draaiknop zich in de stand OUTPUT [ mA bevindt
en de OUTPUT-aansluitingen op een juiste belasting zijn
aangesloten, produceert de meter een stabiele
gelijkstroomafgifte. De meter begint met 0% stroomsturing
of simulatie. Stel de stroom bij met behulp van de
druktoetsen, zoals weergegeven in tabel 9. Zie tabel 10
voor de mA-waarden bij elke stap van 25%.
Selecteer stroomsturing of simulatie door de
uitgangsaansluitingen SOURCE of SIMULATE te kiezen.
Als de meter de geprogrammeerde stroom niet kan
leveren omdat de belastingsweerstand te hoog is of de
spanning van de kringvoeding te laag is, verschijnen
streepjes (-----) op het cijferdisplay. Als de impedantie
tussen de SOURCE-aansluitingen laag genoeg is, hervat
de meter de stroomsturing.
Opmerking
De op de vorige pagina beschreven
bijsteldruktoetsen COARSE en FINE zijn te
gebruiken wanneer u de stroomafgifte handmatig
getrapt bijstelt.
De stroomafgiftefuncties gebruiken
Tabel 9. Druktoetsen voor het getrapt bijstellen
van stroomafgifte
Druktoets
X
Verhoogt de instelling met een
M
stap van 25%
% STEP
% STEP
Verlaagt de instelling met een
T
stap van 25%
W
ProcessMeter
Bijstelling
25